van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door
de warmte van de pannen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
IN- OF UITSCHAKELEN
Raak
1 seconde aan om de kookplaat in– of uit
te schakelen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
•
alle kookzones zijn uitgeschakeld,
•
u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld,
•
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd
(een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig
het bedieningspaneel.
•
De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld als een
steelpan droog kookt). De kookzone moet
afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt
gebruiken.
•
u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool
gaat branden en na 2 minuten schakelt de
kookzone automatisch uit.
•
u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand
verandert. Na een tijdje gaat
de kookplaat uit.
De verhouding tussen kookstand en de tijd
waarna de kookplaat uitschakelt:
Warmte-instelling
, 1 - 2
3 - 4
5
6 - 9
DE KOOKSTAND
Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
aan en schakelt
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
5 uur
4 uur
1,5 uur
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand
of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip
totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.
BOILASSIST
De functie past de temperatuur van het water
automatisch aan zodat de pan niet overkookt zodra
het kookpunt is bereikt.
Wanneer er nog restwarmte (
/
) op de kookzone die u wilt
gebruiken aanwezig is, wordt een
akoestisch signaal uitgezonden en zal
de functie niet starten.
1. Tik op
om de kookplaat te activeren.
2. Tik op
om de functie in te schakelen.
Er verschijnt een knipperend
voor kookzones waarop u de functie
momenteel kunt gebruiken.
3. Raak de bedieningsbalk van een beschikbare
kookzone aan waarvoor u de functie wilt starten
(tussen de kookstand 1-9).
De functie start.
Als u niet binnen 5 seconden een kookzone kiest,
wordt de functie niet geactiveerd.
Zodra de functie start, gaan de
indicatoren boven het symbool
één voor één aan totdat het water het
kookpunt bereikt.
Wanneer de functie het kookpunt detecteert, geeft
de kookplaat een akoestisch signaal en verandert
het verwarmingsniveau automatisch in 5.
Wanneer alle kookzones al in gebruik
zijn of er zich restwarmte op alle
kookzones bevindt, laat de kookplaat
een pieptoon horen, knipperen de
indicatoren boven
functie niet.
/
-pictogram
en start de
9