Raak geen zich bewegende gevaarlijke delen aan, alvorens
de machine van de stroomaansluiting werd gescheiden en
de beweeglijke delen volledig tot stilstand zijn gekomen.
Wanneer de aansluit- of verlengleiding gedurende het
gebruik wordt beschadigd, moet deze onmiddellijk van het
voedingsnet worden gescheiden. Raak de leiding niet aan,
alvorens ze van het net is gescheiden. Maak geen gebruik
van de machine, wanneer de leiding beschadigd of versleten
is.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig
worden
beschermingsvoorzieningen
onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en -delen moeten,
indien
noodzakelijk,
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Sla de motor daar op, waar benzinedampen niet met open
vlam of vonken in aanraking komen. Laat de machine voor
opslag steeds afkoelen.
Onderhoud de machine met zorgvuldigheid en houd ze
schoon.
!
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximaal vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt gereduceerd.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht pvc of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal
zijn gecoat.
De stekkervoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet
stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding
niet nat wordt.
Houdt de verlengkabel van beweeglijke gevaarlijke delen
weg, om beschadigingen aan de kabel te voorkomen, dat tot
contact van actieve delen zou kunnen leiden.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor hij niet
geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Controleer de verlengkabel regelmatig op beschadigingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Let erop, geen beschadigde kabel aan de stroomtoevoer
aan te sluiten of een beschadigde kabel aan te raken, omdat
onderzocht
of
de
en
licht
beschadigde
door
een
erkende
beschadigde kabels tot contact met actieve componenten
kunnen leiden.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen
buitenwerking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen
door
een
erkend
reparatiewerkplaats
plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen
gebruiken. Bij het gebruik van niet originele
onderdelen kunnen risico's voor de gebruiker
ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor ongevallen hierdoor ontstaan.
Gedrag in geval van nood
Breng de in overeenstemming met de verwonding vereiste
EHBO-maatregelen op gang en verzoek zo snel als mogelijk
om gekwalificeerde medische hulp.
Bewaar de gewonde voor verdere schade en kalmeer hem.
Ingebruikname
Overtuigt u zich er van, dat het apparaat compleet en
volgens voorschrift is gemonteerd.
Vergewist u zich voor de ingebruikname van de machine,
dat de toevoer (de invultrechter) leeg is.
Plaats de hakselmachine vóór het gebruik op een
horizontale en stevige ondergrond (kiepgevaar).
Voorkom werkzaamheden op vochtige ondergrond. Een
vochtige ondergrond reduceert de stand van het toestel en
verhoogt het gevaar van ongevallen.
Gebruik het toestel niet op een geplaveide of met grind
bestrooide vlakte, waarop het uitgeworpen materiaal
verwondingen zou kunnen veroorzaken.
Werk niet direct aan zwembassins of tuinvijvers.
Gebruik het toestel alleen in open lucht. Houd afstand
(minimum 2 m) van een muur of een ander onbuigzaam
voorwerp.
Werk niet met het toestel bij slechte weersomstandigheden.
Controleer voor elk gebruik::
de aansluiting- resp. verlengkabel op defecte plaatsen
(scheuren,
snitten
(breekbaarheid)
Gebruik
geen
verlengkabel
de machine op eventuele beschadigingen
(zie veiligheidsinstructies)
of
het
hakselaarwerktuig
beschadigd en goed gezekerd is
of alle schroeven, moeren en bouten en ander
bevestigingsmateriaal vast zijn aangetrokken
nooit
overbruggen
bedrijf
of
een
erkende
uitgevoerd
worden.
of
dergelijke)
of
slijtage
defecte
aansluit-
noch
versleten
of
De
resp.
noch
63