1.6
Onderhoud en reparatie
Voorzorgsmaat
Demonteer de unit niet voor een reparatie terwijl ze draait.
regelen
Gebruik uitsluitend watervrije stikstof voor het opsporen van lekken of voor op druk testen.
Controleer het hele airconditioningsysteem op lekkages na onderhouds- en servicewerkzaamheden.
Verwijder de ommanteling alleen voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Zet de ommanteling
weer terug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden.
1.7
Aanbevelingen
Werking
Zorg ervoor dat de binnenunit en de buitenunit te allen tijde toegankelijk zijn.
Installatie
Installeer de binnenunit van de airconditioner in een vorstvrije ruimte.
Installeer de binnen- en buitenunit van de airconditioner op een stevige, stabiele structuur die het gewicht
ervan kan dragen.
Breng isolatie om de leidingen aan om warmteverlies tot een minimum te beperken.
Breng geen wijzigingen aan de airconditioner aan zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Om aanspraak te maken op de garantie, mogen er geen wijzigingen aan het apparaat worden aange
bracht.
Installeer de airconditioner niet op de volgende plaatsen:
een atmosfeer met een hoog zoutgehalte heeft,
blootgesteld wordt aan stoom en verbrandingsgas,
bedekt kan worden met sneeuw.
1.8
Aansprakelijkheden
Aansprakelijkheid van
de fabrikant
Aansprakelijkheid van
de installateur
2
Gebruikte symbolen
2.1
In de handleiding gebruikte symbolen
7797831 - v04 - 07122022
Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde
richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de
menten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen
aan. Daarom houden wij ons het recht voor de in dit document vermelde specificaties te wijzigen.
In de volgende gevallen zijn wij als fabrikant niet aansprakelijk:
Het niet in acht nemen van de installatievoorschriften van het apparaat.
Het niet opvolgen van de gebruiksvoorschriften van het apparaat.
Gebrekkig of onvoldoende onderhoud van het apparaat.
De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De
installateur moet de volgende instructies in acht nemen:
Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht.
Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende wetgeving en normen.
Voer de eerste inbedrijfstelling en eventueel benodigde controles uit.
Leg de installatie uit aan de gebruiker.
Als onderhoud noodzakelijk is, waarschuw dan de gebruiker voor de controle- en onderhoudsplicht
betreffende het apparaat.
Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
-markering en eventueel noodzakelijke docu
In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om
aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de
veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om
de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
nl
2 Gebruikte symbolen
41