MN010359A01-AB
Hoofdstuk 13: Alarmmodus
Hoofdstuk 13
Alarmmodus
Noodwaarschuwingen worden gebruikt bij kritieke situaties. U kunt te allen tijde een noodwaarschuwing
starten, ook als er momenteel geen activiteit is in de huidige gespreksgroep.
Tijdens de alarmmodus wordt elk gesprek dat wordt gestart gezien als noodoproep.
13.1
Melden van noodgeval
Procedure:
Om lokaal een noodgeval te melden, houdt u de Noodknop ingedrukt.
Resultaat: Uw apparaat geeft de volgende indicaties:
●
Het apparaat trilt.
●
De noodwaarschuwingstoon klinkt.
●
U hoort een spraakmelding.
●
Na het aftellen gaat de LED met zes balken branden.
●
De bovenste en onderste halvemaanvormige oranje LED knipperen twee keer.
U kunt de noodknop tijdens het aftellen loslaten om het proces te stoppen.
OPMERKING: U kunt ook op afstand een noodgeval melden via een geautoriseerde gebruiker of een
verzender, maar er wordt niet afgeteld op de LED-balk van het apparaat als dit op afstand gebeurt.
Als de melding van het noodgeval succesvol is, geeft uw apparaat de volgende indicaties:
●
De noodwaarschuwingstoon klinkt.
●
U hoort een spraakmelding.
●
De bovenste en onderste halvemaanvormige oranje LED gaan branden.
OPMERKING: Wanneer het apparaat in de alarmmodus staat, kunt u alleen het volume regelen, een
noodoproep plaatsen en de alarmmodus afsluiten.
Als de melding van het noodgeval mislukt, geeft uw apparaat de volgende indicaties:
●
Het signaal voor een mislukte melding van een noodgeval klinkt.
●
U hoort een spraakmelding.
●
Het apparaat keert terug naar de eerder geselecteerde gespreksgroep.
13.2
Noodoproep uitzenden
Procedure:
Houd de PTT-knop ingedrukt om een noodgeval te melden.
Resultaat:
●
Het apparaat schakelt over op de open-microfoonmodus en zendt actief uit.
50