Dit elektrische gereedschap is ook bedoeld voor
gebruik aan wisselstroomgeneratoren met voldoende
capaciteit die voldoen aan de norm ISO 8528, uitvoe-
ringsklasse G2. Aan deze norm wordt in het bijzonder
niet voldaan als de zogenaamde vervormingsfactor
10 % overschrijdt. In geval van twijfel dient u informatie
over de door u gebruikte generator in te winnen.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften.
Houd het elektrische gereedschap alleen aan de geïso-
leerde greepvlakken vast, aangezien de frees de eigen
aansluitleiding kan raken. Contact met een onder
spanning staande leiding kan ook metalen delen van het
gereedschap onder spanning zetten en tot een elektri-
sche schok leiden.
Bevestig het werkstuk op een stabiele ondergrond met
klemmen of op andere wijze en zet het goed vast. Als u
het werkstuk alleen met uw hand vasthoudt of tegen
uw lichaam houdt, blijft het labiel. Het verlies van de
controle kan het gevolg zijn.
Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant
speciaal voor dit elektrische gereedschap is voorzien en
geadviseerd. Het feit dat u het toebehoren aan het
elektrische gereedschap kunt bevestigen, waarborgt
nog geen veilig gebruik.
Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen. Con-
troleer vóór elk gebruik de snijplaten op afsplinteringen
en scheuren, ouderdom of ernstige slijtage. Als het
elektrische gereedschap of het inzetgereedschap valt,
dient u te controleren of het beschadigd is. Gebruik
alleen een onbeschadigd inzetgereedschap.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag
voor zover van toepassing een stofmasker, een gehoor-
bescherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegen-
houdt. Uw ogen moeten worden beschermd tegen
wegvliegende deeltjes die bij verschillende toepassin-
gen ontstaan. Een stof- of adembeschermingsmasker
moet het bij de toepassing ontstaande stof filteren. Als
u lang wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw
gehoor worden beschadigd.
Let erop dat andere personen zich op een veilige
afstand bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen
die de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke
beschermende uitrusting dragen. Brokstukken van het
werkstuk of gebroken inzetgereedschappen kunnen
wegvliegen en verwondingen veroorzaken, ook buiten
de directe werkomgeving.
Houd het elektrische gereedschap bij het starten altijd
goed vast. Bij het op toeren komen tot aan het volle-
dige toerental kan het reactiemoment van de motor tot
het wegdraaien van het elektrische gereedschap leiden.
Gebruik indien mogelijk klemmen om het werkstuk vast
te zetten. Houd nooit een klein werkstuk met één hand
vast en het elektrische gereedschap met uw andere
hand terwijl u het gebruikt. Span kleine werkstukken
vast. U heeft dan beide handen vrij om het elektrische
gereedschap beter onder controle te houden.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met
het oppervlak, waardoor u de controle over het elek-
trische gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u
het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met
het draaiende inzetgereedschap worden meegenomen
en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elek-
trische gereedschap. De motorventilator trekt stof in
het huis en een sterke ophoping van metaalstof kan
elektrische gevaren veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt
van brandbare materialen. Vonken kunnen deze mate-
rialen ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische
schok leiden.
Zet het werkstuk vast. Een in een spanvoorziening vast-
gezet werkstuk wordt steviger vastgehouden dan in uw
hand.
Controleer voor de ingebruikneming de netaansluitka-
bel en de netstekker op beschadigingen.
Advies: Gebruik het elektrische gereedschap altijd via
een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA of minder.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een
vastgehaakt of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap.
Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van
het ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt
een ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap versneld op de
plaats van de blokkering.
Als de snijplaat in het werkstuk vasthaakt of blokkeert,
grijpt de kant van de snijplaat die in het werkstuk invalt
zich vast. Daardoor kan de snijplaat uitbreken of een
terugslag veroorzaken. De houder van de snijplaat
beweegt zich dan naar de bedienende persoon toe of
van de persoon weg, afhankelijk van de draairichting
van de houder van de snijplaat op de plaats van de blok-
kering. Hierbij kunnen snijplaten ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik van het
elektrische gereedschap. Terugslag kan worden voor-
komen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals
hieronder beschreven.
Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng
uw rug en armen in een positie waarin u de terugslag-
krachten kunt opvangen. De bediener kan door
geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reac-
tiekrachten beheersen.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschap-
pen van het werkstuk terugspringen en vastklemmen.
Het ronddraaiende inzetgereedschap neigt er bij hoe-
ken, scherpe randen of wanneer het terugspringt toe
om zich vast te klemmen. Dit veroorzaakt een contro-
leverlies of terugslag.
nl
43