25. Als de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt,
gaat u als volgt te werk:
- Stop de grasmaaier, laat de schakelhendel
los en wacht tot het snijblad helemaal tot stil-
stand is gekomen.
- Verwijder de contactsleutel en de accu.
- Controleer de grasmaaier zorgvuldig op
beschadigingen.
- Vervang het snijblad als het op enige wijze
beschadigd is. Repareer alle beschadigingen
voordat u de grasmaaier opnieuw start en in
gebruik neemt.
26. Controleer veelvuldig de grasmand op slijtage
en beschadigingen. Voor de opslag, verzekert
u uzelf ervan dat de grasmand leeg is. Vervang
een versleten grasmand uit veiligheidsover-
wegingen altijd door een origineel, nieuw
vervangingsonderdeel.
27. Wees uiterst voorzichtig wanneer u de gras-
maaier achteruit laat rijden of naar u toe trekt.
28. Stop de snijblad(en) wanneer u de grasmaaier
moet kantelen om hem te verplaatsen over een
ander oppervlak dan gras, en ook wanneer
u de grasmaaier vervoert van of naar het te
maaien terrein.
29. Gebruik de grasmaaier in geen geval wanneer
de beveiligingskappen of schermen defect
zijn, of wanneer beveiligingsdelen zoals de
keerschotten en/of grasmand afwezig zijn.
30. Schakel de grasmaaier zorgvuldig in volgens
de voorschriften, met uw voeten op veilige
afstand van de snijblad(en).
31. Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor
inschakelt, behalve wanneer het noodzakelijk
is de grasmaaier iets te kantelen om de motor
te starten. In dat geval kantelt u hem niet ver-
der dan strikt noodzakelijk en tilt u alleen het
van u afgerichte deel iets omhoog.
32. Start de grasmaaier niet terwijl u recht voor de
uitwerpopening staat.
33. Plaats nooit uw handen of voeten onder of
vlakbij de draaiende onderdelen. Blijf steeds
uit de buurt van de uitwerpopening.
34. Vervoer de grasmaaier niet terwijl de gras-
maaier is ingeschakeld.
35. Stop de grasmaaier en verwijder de blokkade.
Let goed op dat alle bewegende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen
- wanneer u de grasmaaier achterlaat;
- voor het opheffen van een blokkering of het
vrijmaken van het uitwerpkanaal;
- voor het controleren, reinigen of werken aan
de grasmaaier;
- na het raken van een vreemd voorwerp.
Inspecteer de grasmaaier op schade en ver-
richt de nodige reparaties alvorens u de gras-
maaier opnieuw start en in gebruik neemt.
36. Als de grasmaaier abnormaal gaat trillen of
schudden (onmiddellijk controleren)
- inspecteer op schade;
- vervang of repareer alle beschadigde delen;
- controleer op loszittende delen en zet die
goed vast.
37. Wees uiterst voorzichtig tijdens het bijstellen
van de grasmaaier om te voorkomen dat uw
vingers bekneld raken tussen het draaiende
snijblad en de vaste delen van de grasmaaier.
38. Maai altijd horizontaal langs een glooiing,
nooit omhoog en omlaag. Wees uiterst voor-
zichtig wanneer u op een hellend vlak van
richting verandert. Probeer niet om te maaien
op al te steile hellingen.
39. Controleer veelvuldig of de snijbladbevesti-
gingsbout stevig vast zit.
40. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven
stevig zijn aangedraaid, om het gereedschap
veilig te kunnen gebruiken.
41. Laat de grasmaaier altijd eerst afkoelen voor-
dat u hem opbergt.
42. Onthoud goed bij onderhoud aan de snijbla-
den dat ook als de stroom is uitgeschakeld, de
snijbladen nog wel kunnen bewegen.
43. Vervang alle versleten of beschadigde onder-
delen, voor uw veiligheid. Gebruik uitslui-
tend originele vervangingsonderdelen en
accessoires.
44. Gebruik het gereedschap niet wanneer de kans
op bliksem bestaat.
45. Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
46. Vermijd werken in een ongunstige omgeving
waarin een verhoogde vermoeidheid van de
gebruiker kan worden verwacht.
47. Gebruik het gereedschap niet bij slecht weer
waarin het zicht beperkt is. Als u dit toch doet,
kan dat een val of verkeerde bediening veroorza-
ken als gevolg van het slechte zicht.
48. Vervang de accu niet in de regen.
49. Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het
gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen
en stel het niet bloot aan regen. Als water bin-
nendringt in het gereedschap, wordt de kans
op een elektrische schok groter.
50. Laad de accu niet buitenshuis op.
51. Raak de lader, inclusief de stekker en de con-
tacten van de lader, niet met natte handen aan.
52. Als de accu nat wordt, laat u het water eruit
lopen en veegt u hem af met een droge doek.
Laat de accu volledig drogen op een droge
plaats voordat u hem gebruikt.
53. Dompel het gereedschap niet onder in een
waterplas.
54. Laat het gereedschap niet onbeheerd buiten in
de regen staan.
55. Terwijl het regent mag u de contactsleutel niet
erin steken of verwijderen.
56. Wanneer natte bladeren of vuil blijft kleven aan
de aanzuigmond (ventilatieopening) als gevolg
van de regen, verwijdert u deze.
57. Was het gereedschap niet met water onder
hoge druk.
58. Als u het gereedschap wast, verwijdert u de
accu en contactsleutel en sluit u het accu-
deksel, en giet u water op de onderkant van
het gereedschap waaraan het snijblad is
bevestigd.
59 NEDERLANDS