Steunring
De ventielen van verschillende producenten kunnen tole-
rantieafwijkingen vertonen die kunnen leiden tot een los-
se pasvorm van de programmeerbare radiatorregelaar op
het ventiel. Door het gebruik van de meegeleverde steun-
ring kunnen de stabiliteit en de pasvorm op het ventiel
worden verbeterd
Leg de steunring (G) in de flens of op de ventielaanslui-
ting van de radiatorbehuizing en schroef het thermostaat-
ventiel aan.
Als de steunring niet kan worden bevestigd dan is de stabi-
liteit goed genoeg en is deze niet nodig voor de montage.
G
90
7. Aanpassingstermijn
Na het inleggen van de batterijen gaat de motor terug ter-
wijl het activiteitensymbool ‚INS' wordt (
Zodra ‚INS' zonder activiteitensymbool (
staat, kan de programmeerbare radiatorregelaar gemon-
teerd worden. Daarna wordt voor het aanpassen aan het
ventiel een aanpassingstermijn (‚AdA') uitgevoerd.
• Zet de programmeerbare radiatorregelaar op het ventiel.
• Trek de wartelmoer vast.
• Druk op de Boost-toets als er ‚INS' op het display staat.
De aandrijving voert een aanpassingstermijn uit. Daarbij
worden ‚AdA' en het activiteitensymbool (
play weergegeven, wanneer geen bediening mogelijk is.
Wordt de aanpassingstermijn voor de montage inge-
leid dan drukt u op OK en de motor gaat terug in de
positie ‚INS'. Wordt er een foutmelding (F1, F2, F3)
weergegeven dan gaat de motor ook terug in de po-
sitie ‚INS'.
8. Weekprogramma instellen
In het weekprogramma zijn voor elke werkdag apart tot 3
verwarmingsfases (7 schakeltijdstippen) in te stellen. De
programmering gebeurt voor de uitgekozen dagen waarbij
voor een tijdruimte van 00:00 tot 23:59 temperaturen moe-
ten worden ingevoerd.
• Druk langer dan 3 seconden op de menu-toets. In het dis-
play verschijnt ‚PRO'. Bevestig met de OK-toets.
• In het display verschijnt ‚DAY'. Met het verstelwiel zijn
een enkele werkdag, alle werkdagen, het weekend of de
) weergegeven.
) in het display
) op het dis-
91