nl Montagehandleiding
¡ De veiligheid is alleen gewaarborgd bij een
deskundige montage volgens de montage-
handleiding. De installateur is verantwoor-
delijk voor een goede werking op de plaats
van opstelling.
¡ Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡ Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡ Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡ Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur tot maximaal 95°C,
aangrenzende meubelfronten tot 70°C.
¡ Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡ Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡ Apparaten zonder stekker mogen alleen
door geschoold personeel worden aange-
sloten. Bij schade door een verkeerde aan-
sluiting kunt u geen aanspraak maken op
garantie.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Onderdelen die tijdens de montage toeganke-
lijk zijn, kunnen scherp zijn en tot snijletsels
leiden.
▶ Veiligheidshandschoenen dragen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
▶ Geen verlengsnoeren of meervoudige stop-
contacten gebruiken.
▶ Alleen door de fabrikant goedgekeurde
adapters en netsnoeren gebruiken.
▶ Wanneer het netsnoer te kort is en er geen
langer netsnoer beschikbaar is, neem dan
contact op met een elektrospeciaalzaak om
de huisinstallatie aan te passen.
18.3 Inbouwmeubel
Dit apparaat is uitsluitend voor inbouw bedoeld. Dit ap-
paraat is niet bedoeld voor gebruik op tafel of in een
kast.
102
De inbouwkast mag achter het apparaat geen achter-
wand hebben. De minimale inbouwhoogte bedraagt
850 mm.
Ventilatiesleuven en aanzuigopeningen mogen niet wor-
den afgedekt.
Het apparaat moet na de inbouw veilig ingebouwd zijn
en mag niet kantelen.
18.4 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡ De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡ Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
spanningsloos zijn.
¡ Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aan-
sluitkabel worden aangesloten.
¡ De aansluitkabel moet op de achterkant van het ap-
paraat worden aangesloten. Een 5 m lange aansluit-
kabel is bij de klantenservice verkrijgbaar.
¡ De aansluitkabel mag alleen worden vervangen
door een originele kabel. Die is bij de servicedienst
verkrijgbaar.
Apparaat elektrisch aansluiten
Opmerking: Het apparaat mag alleen op een geaarde
contactdoos worden aangesloten die volgens de voor-
schriften is geïnstalleerd.
De apparaatstekker van het aansluitsnoer op het ap-
1.
paraat aansluiten.
De apparaatstekker op vastheid controleren.
De stekker van het apparaat in een stopcontact in
2.
de omgeving van het apparaat steken.
Als het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker
van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn. Als de
vrije toegang tot de netstekker niet mogelijk is, moet
in de vast geplaatste elektrische installatie een alpo-
lige scheidingsinrichting volgens de installatievoor-
schriften worden ingebouwd.
18.5 Inbouw in bovenkast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Het apparaat slechts zo hoog inbouwen, dat de acces-
soires er zonder probleem uitgehaald kunnen worden.