NEDERLANDS
Boegschroef
De configuratie zoals geleverd is voor toepassing als boegschroef.
Hekschroef
Configureer een hekschroef door de schakelaar aan de binnenzijde
van de kap in de juiste stand te zetten.
• Plaats de kap weer terug en zet de invoerwartels vast.
Hoofdstroomzekering 2
In de aansluitkast bevindt
zich op de regelaar een
hoofdstroomzekering.
Deze zekering beschermt
de regelaar en de motor
tegen kortsluiting/overbe-
lasting en deze moet onder
alle omstandigheden ge-
handhaafd blijven.
Bij vervanging uitsluitend een zekering met dezelfde waarde
toepassen.
5.6
Aansluiten CAN-bus (stuurstroom) kabels
Zie schema's vanaf pagina 107 indien er meerdere panelen moeten
worden aangesloten.
De CAN-bus voeding moet altijd op 12 Volt (≥10 V, ≤16 V)
worden aangesloten.
Zoals de internationale normen voorschrijven, moeten alle
neutrale (negatieve) geleiders van het gelijkstroomsysteem
op één centraal punt worden verbonden. Dit voorkomt niet
alleen gevaarlijke situaties en corrosieproblemen, maar ook
foutmeldingen in het CAN-bussysteem.
14
020805.08
L
et op
L
et op
v
oorzichtiG
6
Storingzoeken
Let op, dit is een algemene instructie. Specifieke handelingen kunnen
van type tot type, enigszins, verschillen.
Controleer en corrigeer zo nodig de volgende punten als het systeem
niet goed werkt.
6.1
CAN-bus system
• Is de voeding ingeschakeld?
• Is de CAN-bus voedingsspanning juist? (=12 VDC).
• Gaat het bedieningspaneel aan?
• Zijn beide afsluitweerstanden correct geplaatst?
Opmerking: De CAN-busvoeding heeft een geïntegreerde afsluit-
weerstand.
• Klikten alle connectoren wanneer ze in het aansluitpunt werden
gestoken?
• Zijn de juiste CAN-bus-kabels gebruikt en in goede staat?
• Zijn de juiste CAN-bus connectoren gebruikt en in goede staat?
• Is de totale lengte van het CAN-bus netwerk niet meer dan 40 me-
ter?
• Is elk "knooppunt" aangesloten op de voeding? Controleer dit
door de spanning te meten op de 2 tegenoverliggende pinnen in
de connector op het knooppunt (pin 1=12 VDC positief, pin 3=12
VDC neutraal).
6.2
Boegschroefinstallatie
• Is de accuspanning ingeschakeld?
• Is de voedingsspanning van de boegschroef juist? (meet de span-
ning op de klemmen van de motorregelaar).
• Is de boegschroef correct geconfigureerd? (boeg- of hekschroef ).
• Hebben zowel de plus- als de minkabel de juiste diameter en
lengte?
• Zijn zowel de plus- als de minkabel aangesloten op de juiste aan-
sluitingen van de motorregelaar?
• Zijn zowel de plus- als de minkabel juist aangelegd? Een onjuiste
geleiding kan ertoe leiden dat de draad (draden) tegen de print-
plaat drukt (drukken), wat tot storingen kan leiden.
• Is het perskabeloog van de minkabel geïsoleerd van de nabijgele-
gen motorwikkelingsaansluitingen? (afstandsring geïnstalleerd?).
Opmerking: niet van toepassing op boegschroeven met externe
kabelaansluitingen.
• Zijn de kabelwartels van de voedingskabels stevig aangedraaid?
• Is de witte connector voor de thermische sensor van de motor cor-
rect aangesloten op de printplaat onder de bovenkap?
• Is de zekering (5 A) van de motorregelaar geplaatst?
• Is de connector, die van de printplaat van de bovenklep naar de
regelaar van de boegschroefmotor loopt, vastgemaakt en zijn
alle connectorpinnen correct aangesloten? (vergrendeling op zijn
plaats?)
Installation manual BOW PRO Series Thrusters: BOWA0574