8 Programma's
Met de programma's helpt u uw apparaat bij de berei-
ding van verschillende gerechten en kiest u automa-
tisch de optimale instellingen.
8.1 Aanwijzingen bij de instellingen voor
gerechten
Volg deze aanwijzingen op om een optimaal berei-
dingsresultaat te behalen.
¡ Gebruik alleen levensmiddelen van onberispelijke
kwaliteit.
¡ Haal de levensmiddelen uit de verpakking en weeg
de levensmiddelen af. Wanneer u het exacte gewi-
cht op het apparaat niet kunt instellen, dan rondt u
het gewicht naar boven af.
¡ Gebruik uitsluitend vormen voor magnetron geschik-
te vormen, bijv. van glas of keramiek.
¡ Zet de levensmiddelen in de onverwarmde binnen-
ruimte.
Ontdooien
¡ Levensmiddelen vlak en verdeeld in porties bij
-18°C invriezen en bewaren.
¡ Leg de diepvriesproducten op een ondiepe vorm,
bijvoorbeeld een glazen of porseleinen bord.
¡ Het kan zijn dat levensmiddelen na beëindigen van
het programma nog niet volledig zijn ontdooid. De
levensmiddelen kunnen echter goed verder worden
verwerkt.
¡ Bij het ontdooien van vlees of gevogelte ontstaat
vloeistof. Verwijder bij het keren de vloeistof. Verder
niet gebruiken of met andere levensmiddelen in
contact laten komen.
¡ Gehakt dat al ontdooid is na het keren verwijderen.
¡ Gevogelte in zijn geheel eerst met de borstzijde en
stukken gevogelte eerst met de kant van het vel op
de vorm leggen.
Groente
¡ Verse groente: in stukken van gelijke grootte snij-
den. Voeg per 100 g één eetlepel water toe.
¡ Diepvriesgroente: alleen geblancheerde, niet voor-
gekookte groente is geschikt. Diepvriesgroente met
roomsaus is niet geschikt. 1 tot 3 eetlepels water to-
evoegen. Bij spinazie en rode kool geen water toe-
voegen.
Aardappelen
¡ Aardappels om te koken: snijd deze in stukken van
gelijke grootte. Voeg per 100 g twee eetlepels water
en een beetje zout toe.
¡ Aardappels in de schil: gebruik aardappels van ge-
lijke grootte. Wassen en meerdere gaatjes in de
schil prikken. Nog vochtig in een vorm zonder water
doen.
¡ Aardappels in de oven: aardappels van gelijke gro-
otte gebruiken. Wassen, drogen en meerdere gaat-
jes in de schil prikken.
Rijst
¡ Gebruik geen zilvervliesrijs of rijst in kookzakjes.
¡ Twee tot twee en een half keer de hoeveelheid wa-
ter bij de rijst doen.
Rusttijd
Sommige gerechten moeten na het einde van het pro-
gramma nog even rusten in de binnenruimte.
Gerecht
Groente
Aardappelen
Rijst
8.2 Programma instellen
Druk op
.
1.
a Het apparaat is klaar voor gebruik.
Druk op
.
2.
a Het display geeft de functies weer.
Kies met of de functie .
3.
Druk op
.
4.
a Het display toont het eerste programma.
Stel het gewenste programma in met of .
5.
Druk op
.
6.
a Het display toont een voorgestelde waarde voor het
gewicht.
Stel het gewenste gewicht in met of .
7.
Druk op
8.
a Het display toont de bereidingsinstructie.
Druk op
.
9.
a Het programma wordt gestart.
a Op het display loopt de tijdsduur af.
Wanneer tijdens het programma aanwijzingen op
10.
het display worden getoond voor keren of omroe-
ren:
Open de apparaatdeur.
‒
Het gerecht verdelen, omroeren of keren.
‒
Sluit de apparaatdeur.
‒
Druk op
.
‒
Opmerking: Wanneer u het gerecht niet keert of om-
roert, loopt het programma toch normaal verder tot het
einde.
De programma's berekenen de tijdsduur.
Programma's nl
Rusttijd
ca. 5 minuten
ca. 5 minuten
Eerst het water dat ont-
staan is afgieten
ca. 5-10 minuten
59