In gebruik nemen
Apparaat inschakelen
1. Controleer of het condensreservoir leeg is en
goed is geplaatst. Anders werkt het apparaat niet!
2. Steek de netstekker in een volgens de
voorschriften gezekerd stopcontact.
3. Controleer of het controlelampje van het
condensreservoir (8) uit is.
4. Schakel
het
netschakelaar (10).
5. Stel bij het eerste gebruik van het apparaat de
gewenste luchtvochtigheid in met de pijlknop (12)
op < 30 %.
6. Laat het apparaat ca. één uur werken.
7. Regel de bedrijfsmodus van het apparaat, door
met de pijlknoppen (12 en 13) de gewenste
luchtvochtigheid op een waarde in te stellen
tussen 30 en 80 %.
8. Regel de ventilatorsnelheid van het apparaat,
door op de knop "FAN SPEED" (14) te drukken.
Bedrijfsmodus "Normaal bedrijf"
De ingebouwde hygrostaat schakelt de ontvochtiging
afhankelijk van de luchtvochtigheidswaarde in, resp.
uit.
Bedrijfsmodus "Continubedrijf"
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu en
onafhankelijk van de vochtigheidsgraad.
Bedrijfsmodus "Ontdooi-automaat"
Het in de ruimtelucht opgenomen vocht condenseert
bij afkoeling
en
zorgt,
luchttemperatuur en de relatieve vochtigheid, de
verdamperlamellen met een laagje ijs. De ontdooi-
automaat schakelt indien nodig de ontdooicyclus in.
Tijdens de ontdooifase wordt het ontvochtigen kort
onderbroken en brandt het symbool "ontdooien" (18).
De ontdooi-automaat wordt tijdens normaal bedrijf
automatisch geactiveerd.
E - 7
apparaat
in
met
afhankelijk
van
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger MD 05-30
Automatisch ontdooien
Is de ruimtetemperatuur lager dan 15 °C, bevriest de
verdamper tijdens het ontvochtigen. Het apparaat
voert vervolgens een automatische ontdooiing uit.
• Het automatische ontdooien wordt onderbroken
zodra de netschakelaar (10) of de pijlknoppen (12
en 13) worden bediend.
Schakel het apparaat tijdens het automatisch
ontdooien niet uit. Trek de netstekker niet uit het
stopcontact.
de
Instellen van de bedrijfstijd
1. Druk op de knop "TIMER" (11) om de bedrijfstijd
van het apparaat in te stellen. Druk herhaaldelijk
op de knop, tot de gewenste bedrijfstijd (tussen 1
en 12 uur) wordt weergegeven. Na het verstrijken
van
de
bedrijfstijd
automatisch uitgeschakeld.
2. Druk voor het uitschakelen van deze functie
herhaaldelijk op de knop "TIMER" (11), tot de
bedrijfstijd "00" wordt weergegeven.
de
wordt
het
apparaat
NL