• Vooral bij het opstellen van het apparaat in natte
omgevingen, zoals spoelkeukens, zwembaden en
dergelijke, het apparaat in de gebouwinstallatie
volgens de voorschriften afzekeren met een
geschikte aardlekschakelaar (RCD = Residual
Current protective Device).
• Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uit-/afgerold.
Opmerkingen m.b.t. de
ontvochtigingscapaciteit
De ontvochtigingscapaciteit is afhankelijk van:
• de aard van de ruimte
• de ruimtetemperatuur
• de relatieve luchtvochtigheid
Hoe hoger de ruimtetemperatuur en de relatieve
luchtvochtigheid,
ontvochtigingscapaciteit.
Bij
gebruik
in
woonruimten
luchtvochtigheid van ca. 50-60 %. In magazijnen en
archieven mag de luchtvochtigheid een waarde van
ca. 50 % niet overschrijden.
Bedieningselementen
8
88
ROOM HUMIDITY
TANK FULL
88
ROOM TEMP
10
11
Nr.
Bedieningselement
8
Controlelampje condensreservoir (rood)
9
Display
10
Netschakelaar:
Schakelt het apparaat aan en uit.
11
Knop "TIMER"
12
Pijltoets omlaag
13
Pijltoets omhoog
14
Knop "FAN SPEED"
NL
hoe
groter
volstaat
9
80
SETTING MODE
%RH
70
STOP
60
°C
50
°C
40
30
(%)
12
13
14
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger MD 05-30
Display
88
21
88
20
19
Nr.
Bedieningselement
15
Condensreservoir vol of niet goed geplaatst.
16
Gewenste luchtvochtigheid (30-80 %)
17
Ventilatortoerental:
één druppel: lage ventilatorsnelheid
twee druppels: hoge ventilatorsnelheid
de
18
Symbool "ontdooien"
19
Symbool "Timer" met bedrijfstijd (1-12 uur)
20
Ruimtetemperatuur
een
21
Actuele luchtvochtigheid
15
80
%RH
70
STOP
60
°C
50
°C
40
30
(%)
18
17
16
E - 6