PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
De oven wordt niet
ingeschakeld.
De lamp brandt
niet.
Er is een scherpe
geur of rook
aanwezig.
Het voedsel wordt
niet gebakken.
Aangebrand of
ongelijkmatig
gebakken voedsel
De ventilator stopt
niet met draaien na
het beëindigen van
de verwarming.
Mogelijke oorzaak
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De hoofdschakelaar is niet
ingeschakeld.
De ovendeur is niet dicht
De lamp is stuk.
Eerste gebruik
Temperatuur is te laag.
Voedsel is in te grote stukken
De temperatuur is te hoog
ingesteld of de baktijd is te
lang.
Het voedsel is te dicht bij de
verwarmingsbuis.
De ventilator blijft werken om
de warmte af te voeren.
Mogelijke oplossing
Steek de stekker in het
stopcontact.
Schakel de hoofdschakelaar
in.
Sluit de ovendeur.
Neem contact op met de
klantenservice.
Geen actie nodig
Stel een hogere temperatuur
in.
Snij het voedsel in kleinere
stukken of verleng de baktijd.
Pas de baktemperatuur of-
tijd aan.
Pas de positie van de
accessoires aan.
Geen actie nodig
NL-30