Weergavefuncties
Daarbij wordt er verschil gemaakt tussen drie soorten weergave:
Livebeeldweergave
Bij de livebeeldweergave worden de door de digitale recorder doorgegeven videogegevens op het
hoofdbeeldscherm zichtbaar gemaakt.
Kies eerst het overeenkomstige weergaveformaat via de besturingsbalk (3)
Druk de keuzetoetsen (6) om naar de volledige modus te wisselen.
Druk op de PLAYBACK-toets om naar de weergavemodus te wisselen.
Weergave van opgenomen videosequenties
9
5
Daarbij gaat het om de weergave van opgeslagen videosequenties op de J2000 digitale recorder, die nog
niet aan de PC werden doorgegeven. Daarbij worden de videogegevens van de digitale recorder ter
beschikking gesteld en in een videostreamingmethode aan de PC doorgegeven.
De doorgegeven videosequenties op de PC worden daarbij niet opgeslagen en moet apart uitgevoerd
worden.
1
Knop voor het afsluiten van het weergavebeeldscherm.
2
Weergavebalk
3
Berichtenvenster, toont de verbindingsstatus.
4
Via dit bereik heeft u de mogelijkheid, direct naar een bepaalde opnametijd te springen. Kies a.u.b in
de kalender als eerste jaar, maand en dag uit.
5
Met deze toetsen activeert of deactiveert u de afzonderlijke kanalen voor de weergave in het
videobereik.
6
Druk op de "RECORD"-toets om het opslaan van de doorgegeven videosequenties op de PC te
starten.
7
Druk op de "SAVE"-toets om afzonderlijke beelden op te slaan.
8
Druk op de "PRINT"-toets om afzonderlijke beelden af te drukken.
9
Regeltoets voor de keuze van verschillende weergaveformaten.
4
36
6
7
4
3
2
8
1