• Maak het afvoerfilter schoon.
• Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
12.6 Hoe verwijdert u pluisjes
van kledingstukken?
Voor het verwijderen van pluisjes in de
trommel, stelt u een speciaal programma
in:
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
• Verwijder ingedroogde vlekken met
een speciaal wasmiddel.
• Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te
schakelen, tegelijkertijd toets T/min.
en Droogtijd - Minuterie in totdat
CLE op het display verschijnt.
5. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten.
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
13.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
• Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die
bedoeld zijn voor gebruik in een
wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen
(40 °C max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij
voorkeur voor wasprogramma's
op lage temperatuur (60 °C max.)
voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
NEDERLANDS
25