• Na het reinigen met schoon water
afvegen en alles zorgvuldig afdrogen.
Steek de stekker vervolgens met droge
handen weer in het stopcontact.
• Om energie te sparen en efficiënt te
blijven, moet u de condensor (aan de
achterkant) en de compressor ten min-
ste twee keer per jaar met een bezem
of stofzuiger reinigen.
• Het typeplaatje in het apparaat mag
tijdens het reinigen niet beschadigd of
verwijderd worden.
Ontdooien
Ontdooien van het vriesvak
Als de ijslaag aan de binnenkant ca. 2-4
mm is moet het vriesvak ontdooid wor-
den. Maak het vriesvak minimaal twee
keer per jaar schoon.
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Haal de levensmiddelen uit het vries-
vak en bewaar het zo koel mogelijk
bijvoorbeeld samen met bevroren
koelelementen, afgedekt in een plas-
tic bak. Houd er rekening mee dat de
levensduur van de producten door de
temperatuursverhoging korter wordt
en dat deze zo snel mogelijk geconsu-
meerd moeten worden.
• Deur openlaten. Om het ontdooien
te versnellen plaats u een of meerder
pannen met heet, niet kokend water in
het vriesvak.
• Waarschuwing! Gebruik geen andere
mechanische apparaten, zoals verwar-
mingstoestellen om het ontdooiproces
te versnellen.
• Droog het vriesvak na het schoonma-
ken grondig af.
• Steek de stekker in het stopcontact.
Ca. 5 minuten wachten en dan de
thermostaat op de gewenste tempera-
tuur instellen.
Ontdooien van het koelvak
Het koelvak moet niet ontdooid worden,
maar schoongemaakt.
De verdamper van het apparaat zit in de
achterwand, waardoor de achterwanden
van het koelvak met vorst bedekt kunnen
zijn. Als de compressor niet aan is, kan
de vorst ontdooien. Het ontstane water
wordt door een afvoer naar het putje bij
de compressor gevoerd, waar het door
de ontstane warmte verdampt. Vermijd
het instellen van de thermostaat, dat
resulteert in het continue koelen zonder
ontdooifase.
Zorgt u ervoor dat de afvoergoot niet
verstopt raakt, zodat het ontstane water
in het koelvak altijd ongehinderd kan
wegstromen.
Tips voor energiebesparing
• Voor het plaatsen van het apparaat
moet een koele, droge en goed geventi-
leerde ruimte worden gekozen.
• Bescherm het apparaat tegen direct
zonlicht. Het mag niet in de buurt van
warmtebronnen (oven, radiator enz.)
worden geplaatst. Wanneer dit niet kan
worden vermeden, moet er een isolatie
tussen de warmtebron en het apparaat
geplaatst worden.
• Dek de ventilatieopeningen en -roosters
niet af en zorg voor voldoende lucht-
circulatie aan de achterkant van het
apparaat.
• Reinig de compressor (achterkant van
het apparaat) regelmatig. Stof verhoogt
het energieverbruik.
• Laat warme levensmiddelen eerst
afkoelen, alvorens ze in het apparaat
worden gezet.
- 52 -