Voedingsaansluitingsschema
Controleer de auxiliaire voedingsaansluiting van uw
auto en zorg ervoor dat de kabels correct
aangesloten zijn (afhankelijk van de auto).
Auxiliaire
voedingsaansluiting
Gewone aansluiting
Rood
Geel
12
Continue voeding
15
Geschakelde voeding
Wanneer de posities van de rode en gele
kabels omgekeerd zijn
Rood
Geel
12
Geschakelde voeding
15
Continue voeding
Voor auto's zonder ACC-positie
Rood
Geel
Na het afstemmen van de verbindingen en het
correct schakelen van de voedingskabels, sluit u het
apparaat aan op de voeding van de auto. Met alle
vragen en problemen over het aansluiten van dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
autodealer.
34
NL
Rood
Geel
Geel
Rood
Rood
Geel
Geel
Rood
Rood
Geel
De microfoon installeren
Om uw stem te kunnen registreren tijdens
handenvrij bellen, moet u de microfoon installeren
.
Klem (niet bijgeleverd)
Opgelet
• Als de kabel rond de stuurkolom of de
versnellingshendel gewikkeld raakt, kan dit zeer
gevaarlijk zijn. Zorg dat de kabel en andere
onderdelen u niet hinderen tijdens het rijden.
• Als uw auto uitgerust is met airbags of andere
schokdempende inrichtingen, dient u vóór de
installatie contact op te nemen met de winkel
waar u dit apparaat hebt gekocht, of met uw
autodealer.
Opmerking
Voor u de dubbelzijdige tape bevestigt, dient u het
oppervlak van het dashboard met een droge doek te
reinigen.
De bekabelde afstandsbediening
gebruiken
Bij gebruik van de stuurafstandsbediening
De verbindingskabel RC-SR1 (niet bijgeleverd) moet
voor gebruik geïnstalleerd worden.
1
Om de stuurafstandsbediening in te schakelen,
selecteert u [Algemene instellingen] [Aangep.
bediening op stuur] om de registratie door te
voeren (pagina 18).
Wanneer de registratie voltooid is, kunt u de
stuurafstandsbediening gebruiken.