Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
8. Bediening
a) Stroomkabel
De stroomkabel is zeer kort, zodat deze niet per ongeluk door de draaiende borstel beschadigd kan raken.
Voor het gebruik heeft u daarom een voldoende lange verlengkabel nodig. Als de verlengkabel tijdens
de werkzaamheden beschadigd raakt, kunt u deze eenvoudiger vervangen dan de stroomkabel van de
voegenreiniger.
• Maak een lus met de verlengkabel en schuif deze van beneden in de opening van de greep in de buurt van de
trekontlasting (3).
• Plaats de lus van de verlengkabel om de trekontlasting (3) en trek hem weer een beetje terug om hem te zekeren.
• Sluit de stekker van de voegenreiniger aan op de koppeling van de verlengkabel.
• Steek de stekker van de verlengkabel in een stopcontact.
b) Gebruik
Neem de eerder in deze gebruiksaanwijzing genoemde veiligheidsinstructies in acht.
Controleer de voegenreiniger voor de werkzaamheden op losse schroefverbindingen, stevig vergrendelde
instelvoorzieningen en een intacte borstel (deze mag niet overmatig versleten zijn).
Houd de voegenreiniger steeds met beide handen aan de greep (10) en de extra greep (9) vast.
Test de geschiktheid van de gebruikte borstel eerst op een gebied, waar beschadigingen niet opvallen.
Gebruik bij gevoelige oppervlakken de kunststof borstel, omdat de staalborstel dergelijke oppervlakken
sneller kan beschadigen.
Let op - na het uitschakelen loopt de borstel (7) nog korte tijd na.
• Druk op de inschakelbeveiliging (2) en schakel de voegenreiniger aan met de aan-/uit-schakelaar (1).
De inschakelbeveiliging (2) kan in beide richtingen worden gedrukt. Dit maakt een comfortabel gebruik
mogelijk; zowel voor rechts- als linkshandigen.
• Laat de voegenreiniger voorafgaand aan de werkzaamheden eerst kort op toeren komen en belast hem niet me-
teen in het inschakelmoment.
• Begin met het werk in de buurt van het stopcontact en beweeg dan weg van het stopcontact. Hierdoor neemt het
gevaar dat de verlengkabel zich in het werkbereik bevindt en beschadigd raakt af.
• Overbelast de voegenreiniger niet door te veel druk uit te oefenen. Hardnekkige plekken kunnen beter vaker wor-
den behandeld als met te veel druk te worden gereinigd. Dit ontziet het gereedschap, de oppervlakken en voorkomt
een overbelasting van het gereedschap.
• Beweeg de voegenreiniger gelijkmatig en in langzaam tempo over het werkbereik. Houd echter wel de beweging op
peil. Een te lange bewerking van een afzonderlijke locatie kan het oppervlak van de bodem beschadigen.
• Houd de voegenreiniger altijd zo vast dat de onderkant parallel ten opzichte van de grond is.
• Om de voegenreiniger na de werkzaamheden of in gevaarlijke situaties uit te schakelen, laat u de aan-/uit-scha-
kelaar (1) gewoon los.
61
Publicité
