Télécharger Imprimer la page

Telwin 954923 Manuel D'instructions page 20

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
4. BESCHRIJVING
4.1 SAMENSTEL VAN DE HELM EN DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN (Fig. A)
4.2 AFSTELLING VAN DE HELM (Fig. B)
4.2.1 Afstelling van de omtrekband (Fig. B-1)
De helm moet worden afgesteld om de ogen en het gezicht efficiënt te beschermen
tijdens het lassen.
De positie van de voorste en achterste band kan handmatig worden afgesteld zodat
deze perfect om het hoofd past.
Draai de knop (bij sommige modellen moet de knop worden ingedrukt om hem te
kunnen draaien) om de band aan het hoofd aan te passen.
4.2.2 Afstelling van de hoogte van de omtrekband (Fig. B-2)
De hoogte kan zo worden geregeld dat de band vlak boven de wenkbrauwen wordt
geplaatst: de twee riemen met schaalverdeling op het bovenste gedeelte van het
hoofd vaster of losser maken.
4.2.3 Afstelling van de afstand tussen het gezicht en het filter (Fig. B-3)
Draai de buitenste knoppen losser en breng ze voor- of achteruit totdat de gewenste
positie is bereikt; draai de knoppen dan weer vast.
4.2.4 Afstelling van de helling (Fig. B-4)
De ideale helling van de helm is die waarin de ogen loodrecht zijn met het oppervlak
van het filter. Om de gezichtshoek te regelen, draait u de knoppen aan de beide zijden
van de helm los en stelt u de gewenste helling van de helm in. Als de gewenste
helling niet kan worden verkregen, drukt u op de knoppen op de zijkant en verplaatst
u de schuiven tegelijkertijd zo, dat de helm de limiet van de vooraf ingestelde hoek
overschrijdt.
5. MONTAGE
Voer de montage uit zoals aangegeven op de tekening (FIG. A).
6. GEBRUIK
De helm moet altijd en uitsluitend worden gebruikt om het gezicht en de ogen
te beschermen tijdens het lassen. De helm en dus de zone van het filterende
gezichtsglas, moet tijdens het lassen zo dicht mogelijk bij de ogen worden gehouden
om ze te beschermen tegen de straling en eventuele druppels gesmolten metaal.
Controleer voordat u de lasprocedure start of het filter en de interne en externe
transparante beschermplaatjes goed zijn aangebracht.
Regel de lichtgradatie "Shade" op de modellen waarbij dat mogelijk is, afhankelijk van
de lasstroom en -procedure.
In tabel 1 staan de lichtgradatienummers "Shade" die worden aanbevolen
voor elektrisch booglassen, voor algemene gebruiksprocedures en diverse
intensiteitsniveaus van de lasstroom. Controleer of de intensiteit van de lasstroom en
de lasprocedure geschikt zijn voor de lichtgradatiebescherming van het filter.
Regel de gevoeligheid "Sensitivity", op de modellen waarop dat is voorzien, afhankelijk
van de lichtintensiteit van de lasboog.
Regel de "delay-time" op de modellen waarop dat is voorzien, om de vertragingstijd in
te stellen voor de overgang van de donkere naar de lichte status, na onderbreking van
de boog en afhankelijk van de lichtintensiteit van het werkstuk.
Test voordat u begint met lassen of het filter donker kleurt, door op de toets "TEST" te
drukken (indien aanwezig) of door een intense lichtbron te gebruiken. Als het filter niet
donker kleurt, mag u niet beginnen met lassen.
Na het gebruik en hoe dan ook voordat de helm wordt opgeborgen na het werk, moet
worden gecontroleerd of de helm niet beschadigd is en moeten eventuele druppels
gesmolten metaal van het zichtfilter worden verwijderd omdat die het zicht kunnen
verminderen.
De helm moet zo worden opgeborgen dat er geen permanente vervormingen van de
afmetingen kunnen ontstaan en dat het filterende gezichtsglas niet kan breken.
7. ONDERHOUD EN REINIGEN
• Vervang de batterijen wanneer de led "LOW BAT"gaat branden (als die aanwezig
is - FIG. C).
• Vervang de externe/interne transparante beschermplaatjes van het filter als deze
breuken, krassen, kerven of vervormingen hebben. Beschermingen van slechte
kwaliteit belemmeren het zicht op uw werk, waardoor het beschermingsniveau van
de helm gevaarlijk veel wordt verminderd.
• Reinig regelmatig het oppervlak van het filter en de beschermplaatjes met een
zachte doek met een niet-agressieve reinigingsoplossing, bijvoorbeeld glasreinigers
(het product niet direct op het filter gieten).
• Controleer regelmatig of de zonnecellen en de sensoren niet verduisterd of bedekt
zijn door vuil. Als dat wel het geval is, maak deze dan schoon met een zacht papieren
zakdoekje dat eventueel licht is bevochtigd met een glasreiniger (het product niet
direct op het filter gieten).
• Reinig en desinfecteer de helm uitsluitend met water en zeep of in ieder geval met
een product zonder oplosmiddelen. Het gebruik van chemische oplosmiddelen
tast het uiterlijk van de helm aan en kan zelfs de volledige integriteit van de helm
verminderen.
• Een goede algemene verzorging van de helm zorgt ervoor dat de helm in goede
TAB. 1
Procedure van
lassen en
aanverwante technieken
Beklede elektroden
MAG
TIG
MIG op zware metalen (*)
MIG op lichte legeringen
Boogsnijden met perslucht
Plasmajet-snijden
Microplasma-booglassen
(*) De uitdrukking "zware metalen" is van toepassing op stalen, staallegeringen, koper en legeringen, enz.
Nummers van gradatie (shade) en aanbevolen gebruiken voor het booglassen
1.5
6
10
15
30
40
8
8
8
9
10
10
9
4
5
6
1.5
6
10
15
30
40
staat blijft, zowel wat het gebruik als de onderdelen van de helm betreft.
• Reinig regelmatig het oppervlak van het filter met een zachte doek met een niet-
agressieve reinigingsoplossing, bijvoorbeeld glasreinigers (het product niet direct op
het filter gieten).
• Controleer regelmatig of de zonnecellen en de sensoren niet verduisterd of bedekt
zijn door vuil. Als dat wel het geval is, maak deze dan schoon met een zacht papieren
zakdoekje dat eventueel licht is bevochtigd met een glasreiniger (het product niet
direct op het filter gieten).
8. PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Tijdens de werking van de helm kunnen er algemeen voorkomende problemen
ontstaan, die hier worden vermeld, samen met de oplossingen:
• Het filter kleurt niet donker of de overgang van de lichte naar de donkere staat en
vice versa is instabiel.
Mogelijke oplossing:
- De transparante externe bescherming van het filter is vuil of beschadigd (vervang
de transparante externe bescherming).
- De sensoren zijn vuil (reinig het oppervlak van de sensoren).
- Het niveau van de lasstroom is te laag (verhoog de gevoeligheid, indien aanwezig,
of vervang de helm door een andere met een filter dat geschikt is voor het gebruik).
• Langzame overgang.
Mogelijke oplossing:
- Bedrijfstemperatuur te laag (niet gebruiken bij een omgevingstemperatuur van
minder dan -5°C (+23°F).
• Slecht zicht.
Mogelijke oplossing:
- De externe en/of interne bescherming van het filter en/of het filter zelf zijn vuil of
beschadigd (reinig de vuile onderdelen en vervang de beschadigde).
- Er is niet voldoende licht in de omgeving (zorg voor een betere verlichting van de
omgeving).
- Het gradatienummer op de schaal is niet goed ingesteld (selecteer de juiste
waarde op de modellen waarop dat mogelijk is).
OPGELET!
Als de hierboven beschreven storingen niet kunnen worden opgelost,
stop dan onmiddellijk het gebruik van de helm en neem contact op
met de dichtstbijzijnde distributeur.
Stroom in Ampères
60
70 100 125 150 175 200 225 250 300 350 400 450 500 600
9
10
9
10
9
10
11
10
10
11
7
8
9
10
60
70 100 125 150 175 200 225 250 300 350 400 450 500 600
- 20 -
11
12
11
12
12
13
11
12
11
12
13
11
12
13
12
13
11
12
13
14
13
14
13
14
14
14
15

Publicité

loading