nl Storingen verhelpen
11 Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
Storing
LED-verlichting functi-
oneert niet.
Bodem van het koel-
vak is nat.
Het apparaat borrelt,
zoemt of gorgelt of
klikt.
Apparaat produceert
geluiden.
70
Oorzaak en probleemoplossing
Lamp is defect.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 65
1.
Koppel het apparaat los van de voedingspanning.
2.
Haal stekker van het netsnoer uit het stopcontact
trekken of schakel de zekering in de meterkast uit.
Verwijder het lampkapje naar links.
3.
→ Fig.
9
Vervang het lampje.
4.
Vervangend lampje: 220–240 V wisselstroom, fit-
ting E14, zie defect lampje voor het wattage.
De lichtschakelaar klemt.
Controleer of de lichtschakelaar gemakkelijk be-
▶
weegt.
→ Fig.
10
De dooiwatergoot of het afvoergat is verstopt.
De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen.
▶
→ Pagina 68
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
Haal flessen of containers van elkaar.
▶