Thermostaat:
Met de thermostaat kan men de temperatuur van de grill aanpassen.
De nummers op de thermostaatknop betekenen het volgende:
1 = thermostaat ingeschakeld
2 = lage temperatuur
3 = grillen op een zwak niveau (bijvoorbeeld voor vis, enz.)
4 = grillen op gemiddeld niveau (bijv. Voor zacht vlees)
5 = grillen op het hoogste niveau
Controlelampje:
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact steekt en de thermostaat op de
gewenste temperatuur is ingesteld, brandt het controlelampje. Wanneer de gewens-
te temperatuur is bereikt, gaat het lampje uit.
Voorbereidingen bij het grillen:
Smeer de grill in met een beetje olie voor gebruik. Dit maakt het gemakkelijker om
het eten om te draaien. Laat het toestel dan ca. 10 min. opwarmen; zet de thermo-
staat op het maximale niveau. Het voedsel moet ontvroren zijn vooraleer men het op
de grill legt. Zorg ervoor de grill enkel te gebruiken met de druppelbak.
Bedek het toestel nooit met aluminiumfolie, de hitte kan in dat geval niet weg van
het verwarmingselement.
Snij nooit voedsel op de grill zelf om de tefallaag niet te beschadigen.
Tijdens het grillen kan het deksel of over de plaat worden geplaatst, of aan de rand
gehangen worden om de wind tegen te houden.
Indien men de grill op een tafel zet, kan het deksel enkel over de grill worden ge-
plaatst.
Voorzichtig!:
Indien men het deksel opent, kan stoom van het voedsel ontsnappen en bestaat er
gevaar voor brandwonden!
Enkele tips voor het grillen
In het belang van uw gezondheid:
∙ Gehakt/gemalen vlees moet onmiddellijk worden verwerkt
∙ Eet vlees van gevogelte niet rauw en grill altijd totdat deze volledig gaar is
∙ Gedroogd vlees en worst moet niet te lang worden gegrild
∙ Zetmeelrijke voedingsmiddelen (bijvoorbeeld brood, aardappelen) mogen niet te
donker worden gegrild.
30