•
Stel de temperatuur niet te hoog in om energie
te besparen, tenzij dit nodig is vanwege het
soort voedsel.
•
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
temperatuurregeling op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aanstaan waardoor er ijs op
de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur, om automatisch ontdooien
mogelijk te maken en zo energie te besparen.
•
Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
•
De middentemperatuurinstelling zorgt voor een
goede conservering van vers voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid van voedsel.
•
Bedek het voedsel met een verpakking om de
versheid en het aroma te behouden.
•
Gebruik altijd gesloten recipiënten voor
vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of
geuren in het vak te voorkomen.
•
Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw
voedsel te voorkomen, bedekt je het gekookte
voedsel en scheidt je het van het rauwe.
•
Het wordt aanbevolen om het voedsel in de
koelkast te ontdooien.
•
Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg
ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur
voordat je het in het apparaat plaatst.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
•
Om voedselverspilling te voorkomen, moet de
nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude
worden geplaatst.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VOEDSEL
•
Het vak voor vers voedsel is het vak met de
markering (op het typeplaatje) met
•
Vlees (alle soorten): verpakken in geschikt
materiaal en op de glazen plaat leggen, boven
de groentelade. Bewaar vlees maximaal
1-2 dagen.
•
Groente en fruit: grondig reinigen (het zand
verwijderen) en in een speciale lade
(groentelade) bewaren.
•
Het is raadzaam om exotische vruchten zoals
bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de
koelkast te bewaren.
•
Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en
knoflook mogen niet in de koelkast worden
bewaard.
•
Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of
in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen, om
zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
•
Flessen: afsluiten met een dop en op de
flessenplank van de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
•
Raadpleeg altijd de houdbaarheidsdatum van de
producten, om te weten hoelang ze bewaard
kunnen worden.
LET OP! De toebehoren en
onderdelen van het apparaat zijn niet
geschikt om in een afwasmachine
gewassen te worden.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van
de verdamper van het koelgedeelte verwijderd. Het
.
9