Télécharger Imprimer la page

Tanaka TCS 33EDT Mode D'emploi page 52

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 25
Nederlands
VELSNEDE BIJ EEN STAMDIAMETER VAN MEER DAN TWEE
KEER DE LENGTE VAN HET ZWAARD
Zaag een fl inke, brede inkeping. Maak vervolgens een zaagsnede
in het midden van de stam, vanaf de punt van de inkeping. Laat
altijd een strook hout over als scharnier aan beide zijden van de
middensnede. (Afb. 22)
Zaag tenslotte rondom de holte in het midden van de stam om de
boom te vellen, zoals op Afb. 23.
WAARSCHUWING
Deze werkwijze is zeer gevaarlijk, omdat er met de punt van het
zwaard moet worden gewerkt en er dus een terugslag kan optreden.
Deze technieken mogen alleen worden toegepast door
geschoolde vaklui.
TAKKEN VERWIJDEREN
In dit geval bedoelen we het verwijderen van de takken van een
gevelde boomstam.
WAARSCHUWING
De meeste ongelukken door terugslag gebeuren bij het
verwijderen van takken.
Gebruik in geen geval de punt van het zwaard. Wees zeer
voorzichtig en vermijd de stam, andere takken of voorwerpen
met de punt van het zwaard. Wees zeer voorzichtig met gebogen
takken. Deze kunnen in onverwachte richtingen wegspringen
zodat u de controle verliest, wat kan leiden tot letsel. (Afb. 24)
Sta aan de linkerkant van de stam. Zorg ervoor dat u stevig staat en
laat de zaag op de stam rusten. Houd de zaag dicht bij uw lichaam
zodat u er volledige controle over heeft. Blijf uit de buurt van de
ketting. Beweeg alleen met de stam tussen u en de ketting. Pas op
voor wegspringende gebogen takken.
AFZAGEN VAN DIKKE TAKKEN
Bij het verwijderen van dikke takken kan het zwaard gemakkelijk
vastlopen. Gebogen takken kunnen plotseling breken en wegspringen,
dus u kunt dergelijke takken het best in kleinere stappen doorzagen.
Pas dezelfde principes toe als bij het kappen van een boom. Denk
vooruit en blijf letten op de mogelijke gevolgen van wat u doet.
DOORZAGEN VAN DE STAM/AFKORTEN
Voor u begint met het doorzagen van de stam, moet u zich proberen
voor te stellen wat er zal gebeuren. Let op de spanning in de stam en
zaag op zo'n manier dat het zwaard niet vastloopt.
DOORZAGEN VAN STAMMEN, DRUK VAN BOVEN
Ga stevig staan. Maak eerst een zaagsnede aan de bovenkant.
Maak deze snede niet te diep; ongeveer 1/3 van de diameter van
de stam is genoeg. Maak het karwei af met een zaagsnede aan de
onderkant van de stam.
Zorg ervoor dat de twee zaagsnedes samenkomen. (Afb. 25)
23. Ontspanningssnede
24. Dwarsdoorsnede
25. Druk van boven
26. Drukzijde
27. Trekzijde
28. Relatieve diepte van de zaagsnedes
DIKKE STAM, DIAMETER GROTER DAN DE LENGTE VAN HET
ZWAARD
Zaag eerst aan de andere kant van de stam. Trek de zaag naar u
toe en volg daarna de hierboven beschreven procedure. (Afb. 26)
Als de stam op de grond ligt, kunt u eerst een gat zagen om te
voorkomen dat u in de grond zaagt. Maak het karwei af met een
zaagsnede aan de onderkant van de stam. (Afb. 27)
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR TERUGSLAG
Probeer geen gat te zagen als u daarin niet getraind bent. Een
gat zagen betekent dat er met de punt van het zwaard gewerkt
moet worden, wat kan leiden tot terugslaan van de kettingzaag.
DOORZAGEN VAN STAMMEN, DRUK VAN ONDER
Ga stevig staan. Begin met een zaagsnede aan de onderkant van
de stam. De diepte van deze zaagsnede moet ongeveer 1/3 van de
diameter van de stam bedragen.
Maak het karwei af met een zaagsnede aan de bovenkant. Zorg
ervoor dat de twee zaagsnedes samenkomen. (Afb. 28)
51
29. Ontspanningssnede
30. Dwarsdoorsnede
31. Druk van onder
32. Trekzijde
33. Drukzijde
34. Relatieve diepte van de zaagsnedes
DIKKE STAM, DIAMETER GROTER DAN DE LENGTE VAN HET
ZWAARD
Zaag eerst aan de andere kant van de stam. Trek de zaag naar u
toe en volg daarna de hierboven beschreven procedure. Maak een
gat als de stam te dicht bij de grond ligt. Maak het karwei af met een
zaagsnede aan de bovenkant van de stam. (Afb. 29)
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR TERUGSLAG
Probeer geen gat te zagen als u daarin niet getraind bent. Een gat
zagen betekent dat er met de punt van het zwaard gewerkt moet
worden, wat kan leiden tot terugslaan van de kettingzaag. (Afb. 30)
ALS DE ZAAG VASTLOOPT
Stop de motor. Til de stam op of verander de positie van de stam
met bijvoorbeeld een dikke tak of koevoet als hefboom. Probeer de
zaag niet los te trekken. Als u dat toch doet, kunt u de handgreep
beschadigen of gewond raken door de zaagketting wanneer de zaag
ineens losschiet.
ONDERHOUD
ONDERHOUD,
VERVANGING
ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE MET DE UITLAAT TE MAKEN
HEBBEN MAG WORDEN UITGEVOERD DOOR DAARTOE
BEVOEGDE BEDRIJVEN OF PERSONEN.
Afstellen van de carburateur (Afb. 31)
WAARSCHUWING
Start de motor in geen geval zonder dat de zijkast op zijn plaats zit.
Hierdoor zou de koppeling los kunnen komen, wat kan leiden tot
persoonlijk letsel.
In de carburateur wordt de brandstof gemengd met lucht. De
carburateur wordt bij het testen van de motor in de fabriek afgesteld.
Afhankelijk van het klimaat en de hoogte kunnen er verdere
aanpassingen nodig zijn. De carburateur heeft één afstelmogelijkheid:
T = stelschroef stationair toerental.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfi lter schoon is. Wanneer het stationaire
toerental correct is afgesteld, zal de zaagketting niet bewegen.
Als de afstelling aangepast moet worden, kunt u de T-schroef
dichtdraaien (met de klok mee) terwijl de motor loopt, totdat de
zaagketting begint te bewegen. Draai de schroef vervolgens open
(tegen de klok in) tot de ketting stopt. U heeft het juiste stationaire
toerental ingesteld wanneer de motor in alle standen soepel blijft
lopen bij een toerental dat ruim onder het toerental ligt waarbij de
zaagketting begint te bewegen.
Als de zaagketting blijft draaien nadat u het stationaire toerental
heeft afgesteld, dient u contact op te nemen met uw Tanaka dealer.
WAARSCHUWING
De ketting mag in geen geval draaien wanneer de motor
stationair draait.
OPMERKING
Sommige modellen die worden verkocht in gebieden met
strenge milieuregelgeving ten aanzien van uitlaatgassen zijn
niet voorzien van carburateurinstellingen voor hoge of lage
snelheden. Dergelijke instellingen kunnen ervoor zorgen dat de
motor de limieten van de lokale regelgeving zou overschrijden.
Bij deze modellen kan alleen het stationaire toerental op de
carburateur worden afgesteld.
Als u niet bekend bent met dit type instelling, vraagt u dan uw Tanaka
dealer om hulp.
Luchtfi lter (Afb. 32)
Het luchtfi lter (37) en de reinigingsspons (36), (38) moeten
regelmatig vrijgemaakt worden van stof en vuil om te voorkomen dat:
○ de carburateur storingen gaat vertonen.
○ de motor slecht start.
○ de motor minder vermogen levert.
OF
REPARATIE
VAN
DE

Publicité

loading