OMBOUWVOORSCHRIFT
Afmonteren
In gebruik stellen
Als het toestel niet is aangesloten op de gastoevoer, controleer de
gasdichtheid met een drukpomp.
1. Sluit de drukpomp aan op de gasleiding en sluit alle gaskranen.
2. Verhoog de druk tot 150 mbar en sluit de kraan tussen drukpomp
en drukmeter. Controleer de druk. Het drukverlies mag maximaal
5 mbar per minuut bedragen. Open na controle de kraan tussen
drukpomp en drukmeter.
Let op; kranen met een thermische beveiliging indrukken, opendraaien
en ingedrukt houden!
3. Verhoog de druk tot 150 mbar en sluit opnieuw de kraan tussen
drukpomp en drukmeter. Controleer de druk. Het drukverlies mag
maximaal 5 mbar per minuut bedragen.
4. Herhaal deze test voor alle kranen en injectors.
1. Vervang de pakkingen op de branders.
2. Plaats de vangschaal op het toestel. De haakjes aan de voorkant
van de vangschaal moeten onder de rand van de onderbak worden
geschoven. Vergeet bij geëmailleerde vangschalen niet om de
aardedraad aan te sluiten op de vangschaal.
3. Monteer de schroeven om de vangschaal vast te zetten! Gebruik
nieuwe fiberringen bij geëmailleerde vangschalen.
4. Draai de schroeven van de bevestigingsbeugels aan de onderkant
van het toestel aan.
1. Plaats de knoppen, branderdelen en pandragers.
2. Controleer of het toestel is aangesloten op de juiste gassoort en
gasdruk.
3. Open de gastoevoer en steek de stekker in het stopcontact.
NL 7