Direct aan de machine aangebrachte aanwijzingen zoals bv. draairichtingspijl, kenteken
van vloeistofaansluitingen, moeten absoluut gevolgd en in volledig leesbare toestand
worden gehouden.
1.2 Personeelscompetenties en scholing
Het personeel voor bediening, onderhoud, inspectie en montage moet de overeenkomstige
kwalificaties voor deze werken hebben. Verantwoordelijkheidsbereik, bevoegdheid en de
controle van personeel moeten door de operator precies geregeld zijn. Is bij het personeel
niet de nodige kennis voorhanden, dan moet dit geschoold en opgeleid worden. Dit kan,
indien vereist, in opdracht van de bediener van de machine door de fabricant/leverancier
gebeuren. Verder moet door de bediener verzekerd worden, dat de inhoud van de
gebruikshandleiding door het personeel volledig verstaan wordt.
1.3 Gevaren bij niet beachten van de veiligheidsinstructies
Niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies kan zowel tot gevaar voor personen alsook
voor milieu en machine leiden. Het niet in acht nemen van veiligheidsinstructies kan leiden
tot het verlies van eventuele schadeclaims.
In bepaalde gevallen kan niet in acht nemen bij voorbeeld volgende gevaren creëren:
• Uitvallen van belangrijke machine/toestel functies.
• Falen van voorgeschreven methodes voor onderhoud en reparaties.
• In gevaar brengen van personen door elektrische, mechanische en chemische inwerkingen.
• In gevaar brengen van milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen.
1.4 Veiligheidsbewust werken
De veiligheidsinstructies die in deze gebruikshandleiding zijn opgelijst, de bestaande
nationale voorschriften voor het vermijden van ongevallen alsook eventuele interne werk-,
werkings- en veiligheidsvoorschriften van de operator moeten in acht genomen worden.
1.5 Veiligheidsinstructies voor de eigenaar/bediener
• Leiden warme of koude machineonderdelen tot gevaar, dan moeten deze onderdelen op
de bouwwerf tegen aanraken beveiligd zijn.
• Contactbescherming voor delen die bewegen (bv. koppeling) mag bij een werkende
machine niet verwijderd worden.
• Lekkages (bv. van de asdichting) van gevaarlijke transportgoederen (bv. explosief, giftig,
warm) moeten zo afgevoerd worden, dat geen gevaar voor personen en milieu ontstaat.
Wettelijke bepalingen moeten ingehouden worden.
• Gevaren door elektrische energie zijn uit te sluiten (details hiervoor zie bv. in de
voorschriften van de VDE en van de plaatselijke energiebevoorradingsbedrijven).
1.6
Veiligheidsinstructies
montagewerken
De eigenaar moet ervoor zorgen, dat alle onderhouds-, inspectie- en montage werken door
geautoriseerd en gekwalificeerd vakpersoneel uitgevoerd worden, dat zich door uitvoerige
studie van de gebruiksaanwijzing voldoende heeft geïnformeerd.
In principe zijn werken aan de machine enkel in stilstand uit te voeren. De in de
gebruikshandleiding beschreven manier voor het stilzetten van de machine moet absoluut
aangehouden worden.
Pompen of pomptoestellen, die middelen vervoeren die schadelijk zijn voor de gezondheid,
moeten ontsmet worden. Onmiddellijk na beëindigen van de werken moeten alle veiligheids-
52
voor
onderhouds-,
inspectie-
en