De frequentie van de
luidsprekers en de
subwoofer(s) regelen
Door de afsnijfrequentie van ongewenste
signalen in te stellen, produceren de
luidsprekers die zijn aangesloten op de
uitgang en/of de subwoofer(s) die zijn
aangesloten op subout een helder klankbeeld.
De frequentie regelen van de
luidsprekers die zijn aangesloten
op de uitgang
— Hoogdoorlaatfilter (HPF)
Om af te stemmen op de karakteristieken van
de luidsprekers die zijn aangesloten op de
uitgang, kunnen ongewenste laagfrequente
signalen worden uitgeschakeld.
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of MD).
2
Druk op (SHIFT) en vervolgens
herhaaldelijk op (3) (SET UP) tot "HPF"
verschijnt.
3
Druk herhaaldelijk op (5) (n) of
(2) (N) om de gewenste instelling te
kiezen.
Telkens wanneer u op (5) (n) of (2) (N)
drukt, verandert de afsnijfrequentie in het
uitleesvenster als volgt:
HPF OFF ˜ HPF 80 Hz ˜ HPF 120 Hz
4
Druk op (SHIFT).
Zodra de frequentie-instelling voltooid is
keert het uitleesvenster terug naar de
gewone weergavestand.
De frequentie van de subwoofer(s)
instellen
— Laagdoorlaatfilter (LPF)
Om af te stemmen op de karakteristieken van
de aangesloten subwoofer(s), kunnen
ongewenste hoog- en middenfrequente
signalen worden uitgeschakeld.
1
Druk op de (SOURCE) toets om in te
stellen op de gewenste geluidsbron
(radio, CD of MD).
2
Druk op (SHIFT) en vervolgens
herhaaldelijk op (3) (SET UP) tot "LPF"
verschijnt.
3
Druk herhaaldelijk op (5) (n) of
(2) (N) om de gewenste instelling te
kiezen.
Telkens wanneer u op (5) (n) of (2) (N)
drukt, verandert de afsnijfrequentie in het
uitleesvenster als volgt:
LPF OFF ˜ LPF 80 Hz ˜ LPF 120 Hz
4
Druk op (SHIFT).
Zodra de frequentie-instelling voltooid is
keert het uitleesvenster terug naar de
gewone weergavestand.
21