LUIDSPREKERS AANSLUITEN
Sluit de SPEAKERS-aansluitingen op uw luidsprekers aan met
een kabel van de juiste dikte. Houd de kabel zo kort mogelijk.
Als de luidsprekers niet juist zijn aangesloten, komt er geen
geluid uit de luidsprekers. Wanneer u een luidspreker aansluit,
moet u ervoor zorgen dat de polariteit van de kabels (+ en -)
juist is.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (-)
Als de kabels omgekeerd aangesloten worden, zal het geluid
onnatuurlijk klinken en zullen er geen lage tonen doorklinken.
Zorg ervoor dat de blootgelegde metaaldraaden niet in
aanraking komen met elkaar of met metalen onderdelen
van dit apparaat; dit kan zowel het apparaat als de
luidsprekers beschadigen.
Voor model AX-492 de SPEAKERS A en B-aansluitingen en
Voor model AX-592 alleen de SPEAKERS B aansluiting:
Draai de knop los.
Steek de blootgelegde
metaaldraad er in.
[Verwijder ongeveer 5
mm van de isolatie van
de luidsprekerkabels.]
Draai de knop weer aan
en zet de draad vast.
Aansluitingen met banaanstekkers zijn ook mogelijk. Steek de
banaanstekker in het overeenkomstige aansluitpunt (behalve
modellen voor Europa en Groot-Brittannië).
ONDERDELEN VAN HET ACHTERPANEEL
NETSPANNINGSAANSLUITINGEN
(GESCHAKELD)
(Model voor Europa en Algemeen model)
...........3 GESCHAKELDE NETSPANNINGSAANSLUITINGEN
(Modellen voor Australië en Groot-Brittannië)
................1 GESCHAKELDE NETSPANNINGSAANSLUITING
Gebruik deze aansluitingen om de netsnoeren van uw
apparaten op dit apparaat aan te sluiten.
2
1
3
Er kunnen één of twee luidsprekersystemen op dit apparaat
worden aangesloten. Als u slechts één luidsprekersysteem
aansluit, dan verbindt u het aan ofwel de SPEAKERS A-
ofwel de SPEAKERS B-aansluiting.
Gebruik luidsprekers met de juiste impedantie, zoals staat
aangegeven op het achterpaneel.
Voor model AX-592 alleen de SPEAKERS A-aansluiting en
Voor model AX-892 de SPEAKERS A en B-aansluitingen:
1
3
Draai de knop los.
Steek de blootgelegde metaaldraad er in. [Verwijder
ongeveer 5 mm van de isolatie van de luidsprekerkabels.]
Draai de knop weer aan en zet de draad vast.
De stroomtoevoer naar de GESCHAKELDE
netspanningsaansluitingen wordt geregeld door de POWER-
schakelaar van dit apparaat of door de POWER-toets op de
afstandsbediening. Deze aansluitingen leveren stroom aan de
aangesloten apparatuur wanneer dit apparaat aan staat.
Het maximum vermogen (totale hoeveelheid stroomverbruik
van de apparaten) dat op de GESCHAKELDE
NETSPANNINGSAANSLUITINGEN kan worden aangesloten
is 100 Watt.
2
127
127