OBJ_BUCH-725-004.book Page 30 Tuesday, July 26, 2011 8:04 AM
30 | Nederlands
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch waterpassen
(zie afbeeldingen F–G)
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de muurhouder 13 of een statief 12.
Kies een van de functies met automatisch waterpassen.
Na het inschakelen worden door het automatisch waterpas-
sen oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van ±4° au-
tomatisch gecompenseerd. Het waterpassen is afgesloten zo-
dra de laserlijnen of loodstralen niet meer bewegen. De
indicatie 5 van de actuele functie brandt groen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, brandt de indicatie
voor automatisch waterpassen 4 rood en wordt de laser auto-
matisch uitgeschakeld. Stel in dit geval het meetgereedschap
horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het
meetgereedschap zich weer binnen het zelfwaterpasbereik
van ±4° bevindt, brandt de indicatie 5 van de functie groen
en wordt de laser ingeschakeld.
Buiten het zelfwaterpasbereik van ±4° is werken met de func-
tie automatisch waterpassen niet mogelijk. Anders kan niet
worden gewaarborgd dat de laserlijnen haaks op elkaar verlo-
pen.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw gewater-
past. Controleer na opnieuw waterpassen de stand van de la-
serlijnen en loodstralen in relatie tot de referentiepunten om
fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine on-
dergrond plaatsen. De twee laserlijnen verlopen niet meer
noodzakelijk loodrecht op elkaar.
Tips voor de werkzaamheden
Werkzaamheden met het statief (zie afbeelding H)
Een statief 12 biedt een stabiele, in hoogte instelbare mee-
tondergrond. Plaats het meetgereedschap met de statiefop-
name 8 op de 1/4"-schroefdraad van het statief en schroef
het met de vastzetschroef van het statief vast.
Werkzaamheden met de muurhouder (toebehoren)
Met de muurhouder 13 kunt u het meetgereedschap op wille-
keurige hoogte stevig bevestigen.
Montage van de muurhouder (zie afbeelding I): Voor de be-
vestiging op een muur moet de opnameplaat 15 opengeklapt
worden. Druk op de toetsen 14 aan beide zijden van de opna-
meplaat (a), klap de opnameplaat open (b), duw de plaat iets
omlaag en laat deze vastklikken (c).
Als u de hoogte van het meetgereedschap wilt instellen, kunt
u de opnameplaat 15 binnen een bereik van 6 cm naar boven
en naar beneden verschuiven. Druk daarvoor op de toetsen
14 aan beide zijden van de opnameplaat, schuif de opname-
plaat op de gewenste hoogte en laat deze weer vastklikken.
De schaalverdeling aan de zijkant van de muurhouder helpt u
bij de instelling van de hoogte.
1 619 929 J68 | (26.7.11)
Muurhouder bevestigen (zie afbeelding J): Bevestig de
muurhouder 13 met opengeklapte opnameplaat 15 zo verti-
caal mogelijk op een muur. Bevestig de opnameplaat stevig,
bijvoorbeeld met twee bevestigingsschroeven 16 (in de han-
del verkrijgbaar), zodat de plaat niet kan wegglijden. Draai de
1/4"-schroef 17 van de muurhouder in de statiefopname 8
van het meetgereedschap.
Gebruik als tafelstatief (zie afbeelding K): In de lood-
straalfunctie kan de zichtbaarheid van de onderste loodstraal
3 worden verbeterd wanneer het meetgereedschap niet
rechtstreeks op een ondergrond, maar op de samengeklapte
muurhouder 13 wordt gezet.
Leg daarvoor de muurhouder zo horizontaal mogelijk op een
stevige, rechte ondergrond. Druk op de toetsen 14 van de op-
nameplaat 15 (a). Duw de opnameplaat tot deze niet meer
verder kan in het bovenste stuk van de muurhouder (b). Draai
de opnameplaat omlaag (c). Draai de 1/4"-schroef 17 van de
muurhouder in de statiefopname 8 van het meetgereed-
schap. Laat de opnameplaat in de muurhouder vastklikken.
Draai het gemonteerde meetgereedschap zodanig dat de on-
derste loodstraal 3 vrij omlaag wijst. Indien nodig klapt u de
opnameplaat iets omhoog om de 1/4"-schroef 17 voor het in-
stellen van het meetgereedschap los te draaien.
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het ro-
de licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar
biedt geen bescherming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het ver-
keer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen
ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleu-
ren.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Bewaar en transporteer het meetgereedschap alleen in het
meegeleverde beschermetui.
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of andere vloei-
stoffen.
Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser regelmatig en
let daarbij op pluizen.
Mocht het meetgereedschap ondanks zorgvuldige fabricage-
en testmethoden toch defect raken, dient de reparatie te wor-
den uitgevoerd door een erkende klantenservice voor Bosch
elektrische gereedschappen. Open het meetgereedschap
niet.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderde-
len altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknummer volgens
het typeplaatje van het meetgereedschap.
Verzend het meetgereedschap in het beschermetui 19 in het
geval van een reparatie.
Bosch Power Tools