Bijlage
A
Statuscodes
Aanwijzing
Omdat de codetabel voor verschillende producten wordt gebruikt, zijn sommige codes bij het betreffende product
mogelijk niet zichtbaar.
Statuscode
S.00 Verwarming geen warm-
tevraag
S.01 CV-bedrijf ventilatorstart
S.02 CV-bedrijf pompvoorloop
S.03 CV-bedrijf ontsteking
S.04 CV-bedrijf brander aan
S.06 CV-bedrijf ventilatorna-
loop
S.07 CV-bedrijf pompnaloop
S.08 CV-bedrijf wachttijd
S.20 Warmwatervraag
S.22 Warmwaterbedrijf pomp-
voorloop
S.24 Warmwaterbedrijf bran-
der aan
S.27 Warmwaterbedrijf pom-
naloop
S.31 Geen warmtevraag zo-
mermodus
S.34 CV-bedrijf vorstbescher-
ming
B
Verhelpen van storingen
Storing
Geen warm water, verwarming
blijft koud
0020258613_00 Gebruiksaanwijzing
Betekenis
Verwarming heeft geen warmtevraag. De brander is uit.
De ventilatorstart voor de CV-functie is geactiveerd.
De pompvoorloop voor de CV-functie is geactiveerd.
De ontsteking voor de CV-functie is geactiveerd.
De brander voor de CV-functie is geactiveerd.
De ventilatornaloop voor de CV-functie is geactiveerd.
De pompnaloop voor de CV-functie is geactiveerd.
De blokkeertijd voor de CV-functie is geactiveerd.
De warmwatervraag is geactiveerd.
De pompvoorloop voor de warmwaterfunctie is geactiveerd.
De brander voor de warmwaterfunctie is geactiveerd.
De pompnaloop voor de warmwaterfunctie is geactiveerd.
De zomerwerking is geactiveerd, er is geen warmtevraag. Externe thermostaat blokkeert CV-functie.
De vorstbeveiligingsfunctie voor de CV-functie is geactiveerd.
Mogelijke oorzaak
Geen gas
Afsluitvoorziening van de instal-
latie gesloten
Geen stroomvoorziening
Op het display verschijnt S.39
"Aanlegthermostaat is geacti-
veerd" (bijv. van condensaat-
pomp of aanlegthermostaat
vloercircuit.)
Vuldruk van de CV-installatie
te laag. Op het display F.22
"Waterdruk te gering"
Maatregel
1.
Controleer of de voorhanden gaskraan en de gaskraan aan
het product geopend zijn.
2.
Open de of beide gaskranen.
1.
Controleer of een van de afsluitvoorzieningen gesloten is.
2.
Vraag een erkend installateur of gesloten afsluitvoorzienin-
gen opnieuw geopend mogen worden.
1.
Controleer of de voorhanden stroomvoorziening en de hoofd-
schakelaar aan het product ingeschakeld zijn.
2.
Schakel de voorhanden stroomvoorziening en de hoofdscha-
kelaar aan het product in.
1.
Maak de condensaatpomp met helder water volgens de ge-
bruiksaanwijzing van de condensaatpomp schoon of neem
contact op met een erkend installateur.
2.
Neem contact op met een erkend installateur.
1.
Vul de CV-installatie. (→ Pagina 52)
2.
Als het vaker tot een drukdaling komt, neem dan met een
erkende installateur contact op. De oorzaak voor het verlies
van CV-water moet worden vastgesteld en verholpen.
Bijlage
55