schuif de duwbeugel in.
Rol de hogedrukslang af en hang ze
over de slanghouder.
Vorstbescherming
LET OP
Vorst vernielt het onvolledig leeggemaakte
apparaat.
Apparaat op een vorstvrije plaats bewaren.
Indien een vorstvrije plaats niet mogelijk
is:
Water aflaten.
Gebruikelijk antivriesmiddel door het
apparaat pompen.
Instructie:
Gebruik courant antiviriesmiddel voor au-
to's op basis van glycol.
Behandelingsvoorschriften van de fabri-
kant van het antivriesmiddel in acht nemen.
Apparaat max. 1 minuut laten draaien
tot de pomp en de leidingen leeg zijn.
Vervoer
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
LET OP
Hendel tijdens het transport beschermen
tegen beschadiging.
Om het apparaat te dragen, houdt u het
aan de grepen vast.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Voor het transport over langere trajec-
ten trekt u de duwbeugel in de eind-
stand en trekt u het apparaat achter u
aan.
Om trappen te nemen, trekt u het appa-
raat per trede naar boven. De glijplaten
beschermen de behuizing tegen be-
schadiging.
Houder voor oppervlaktereiniger
Steek de aansluitmof van de oppervlak-
tereiniger op de houder aan de hoge-
drukreiniger.
Schroef de wartelmoer erop.
Kraantransport
Hijsinrichting aan de handgreep van het
apparaat bevestigen.
Veiligheidsinstructies voor de
kraanbevestiging
GEVAAR
Verwondingsgevaar door vallend apparaat.
– Houd de plaatselijke voorschriften voor
ongevallenpreventie en de desbetref-
fende veiligheidsvoorschriften in acht.
– Controleer de handgreep voor elke
kraantransport op beschadiging.
– Controleer het hijstoestel voor elke
kraantransport op beschadiging.
– Til het apparaat enkel op aan de hand-
greep.
– Gebruik geen aanslagkettingen.
– Beveil het hijstoestel tegen onverwacht
loskomen van de last.
– Verwijder de straalbuis met handspuit-
pistool, sproeiers, oppervlaktereiniger
en andere losse voorwerpen vóór het
kraantransport.
– Transporteer tijdens het hijsproces
geen voorwerpen op het apparaat.
– Het apparaat mag enkel met de kraan
getransporteerd worden door personen
die zijn ingewerkt in de bediening van
de kraan.
– Sta niet onder de last.
– Let erop dat zich in de gevarenzone van
de kraan geen personen bevinden.
– Laat het apparaat niet zonder toezicht
aan de kraan hangen.
– 5
NL
39