Publicité
Informations concernant la locomotive réele
Au cours de la première moitié du 20e siècle, on a
développé des rames automotrices équipées de
diverses motorisations dont la prépondérante était
celle à vapeur. Au début, c'est le moteur électrique
qui faisait le plus de progrès. Le moteur diesel
appliqué à la traction ferroviaire avait également
atteint un haut niveau de développement durant
les années 20 et 30.
Grâce à la série E.T. 501-506, comprenant 6 en-
sembles complets, la KPEV disposait déjà en 1914
de rames automotrices parfaitement fiables sur
le plan du respect des horaires. Au début d.e leur
mise en service, les 6 rames furent affectées aux
lignes escarpées de Silésie. Lorsque la Deutsche
Reichsbahn en hérita, elles furent renumérotées
dans la série ET 87. Trois de ces rames, restées en
Bavière après 1945, y effectuèrent leurs presta-
tions sur les lignes suburbaines de Nuremberg
jusqu'en 1959. Les avantages de la motorisation
électrique tels que disponibilité immédiate, per-
sonnel réduit et absence d'émissions nocives se
révélaient des facteurs importants et appréciés. La
vitesse maximale de 70 km/h surpassait nettement
celles obtenues avec d'autres moyens de trans-
port suburbain.
All manuals and user guides at all-guides.com
Informatie van het voorbeeld
In de eerste helft van de twintigste eeuw werd er
hard aan gewerkt om alternatieve aandrijvingen
te ontwikkelen voor de toen gebruikte stoomaan-
drijving. Aanvankelijk werden er grote vorderingen
gemaakt met de elektrische aandrijving. Pas in de
twintiger en dertiger jaren had de dieselmotor het
niveau bereikt voor het gebruik in spoorwegma-
terieel.
Met de serie E.T. 501-506, waarvan er in totaal
6 stuks gemaakt zijn, nam de KPEV reeds in 1914
een jong maar betrouwbaar treinstel op in de
dienstregeling. Dit treinstel werd aanvankelijk
ingezet voor de trajecten met veel hellingen in
Schlesien. Bij de Deutschen Reichsbahn werden
alle 6 treinstellen als serie ET 87 ondergebracht.
Drie van deze stellen bleven ook na 1945 in
Beieren en werden daar tot 1959 in het buurtver-
keer rond Neurenberg ingezet. De voordelen van
de elektrische aandrijving zoals, het probleem-
lozeopstarten, gemakkelijke bediening en geen
luchtverontreiniging waren ook bij deze modellen
eenbelangrijke factor. De maximumsnelheid van
70 km/h lag in het begin beduidend boven de
waarde die met andere buurtverkeertreinen bereikt
werd.
3
Publicité
