SMART-SERIE
Het wordt gebruikt om het uitgevoerde werk vast te leggen. Er zijn 3 geheugenplaatsen beschikbaar. De
7-) PROGRAMMASELECTIE
LED (7) van het programma waarin de handeling wordt uitgevoerd, gaat branden. Om het programma op te
slaan, drukt u eenmaal op de toets om naar het volgende programma te gaan. Als u op programmanummer
3 gaat opnemen, is het voldoende om na het maken van uw instellingen één keer op de knop te drukken om
op te slaan terwijl led P3 aan staat. Alle programmaleds zijn dus uit. Na het P3-programma is er een veld
waarmee u zonder programmaregistratie kunt werken. In dit veld worden er geen programma's opgenomen
en zijn de programma-LED's uit.
• P1 - P2 - P3
Afstelbereik
Wordt gebruikt voor selectie van de triggermodus. Elke druk op de knop (8) schakelt naar de andere
8-) TRIGGERMODUSSELECTIE
triggermodus.
• 2 triggers
Afstelbereik
• 4 triggers
• Methode
2 TRIGGERMODUS : Wanneer de trigger van de toorts wordt ingedrukt, begint het lassen en wordt de
Druk op de trigger
trekker ingedrukt gehouden totdat het lassen klaar is. Het lassen stopt wanneer de trigger wordt losgelaten.
• Houd de trigger ingedrukt,
Begin van het lassen;
• De beschermgasstroom start voor de duur van de
voorgastijd.
• Aan het einde van de voorgloeiperiode draait de
draadaanvoermotor op lage snelheid.
• De lasstroom neemt toe wanneer het werkstuk
wordt bereikt.
www.magmaweld.com
De trigger ingedrukt houden
• Laat hierbij de ingedrukte trigger van de toorts
Bronafsluiting;
los,
• De draadaanvoermotor stopt.
• De boog gaat uit na de ingestelde terugbrandtijd.
• Het proces eindigt aan het einde van de laatste
gasperiode.
PrG : Voorgastijd
: Lasstroom
PoG : Nagastijd
I
Gebruiksaanwijzigen
293
De trigger loslaten
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NL