Publicité
Information zum Vorbild
Anfang der 20er-Jahre kamen die umfangreichen Elektrifizie-
rungspläne für das süddeutsche Bahnnetz zur Ausführung. Die
Deutsche Reichsbahn, Gruppenverwaltung Bayern, beschaffte
für den Betrieb auf Hauptstrecken eine neue starke Lokomotive,
die den gesamten Verkehr übernehmen sollte. Die Loks wurden
1924 und 1925 noch unter der bayrischen Bezeichnung EP 5 21
501–535 geliefert und erhielten später die Nummern E 52 01–35.
Bei der Deutschen Bundesbahn trugen die Lokomotiven zuletzt
die Baureihennummer 152.
Die Dauerleistung betrug 1660 kW, die Höchstgeschwindigkeit 90
km/h. 1972 wurde die letzte Lokomotive dieses Typs ausgemus-
tert.
Information about the Prototype
At the beginning of the 1920's the extensive electrification plans
for the South German rail network were being carried out.
The German State Railroad's Group Administration in Bavaria
purchased a new powerful locomotive for operation on main
lines and it was planned that it would be used for both freight
and passenger traffic. The locomotives were delivered in 1924
and 1925 under the Bavarian designation EP 5 21 501–535 and
were later classified E 52 01–35. The German Federal Railroad
gave them their last classification of 152.
The continuous output for them was 1660 kilowatts and the
maximum speed was 90 km/h (56.25 m.p.h.). In 1972 the last of
these locomotives was taken out of service.
2
Informations concernant la locomotive réele
Au début des années 1920, les importants projets
d'électrification du réseau d'Allemagne du Sud virent leur réa-
lisation. La Deutsche Reichsbahn, direction de Bavière, acquit
une nouvelle motrice puissante qui devait assurer tout le trafic
sur les lignes principales. Ces motrices furent livrées en 1924
et 1925 sous la désignation bavaroise EP 5 21 501–535 et renumé-
rotées ultérieurement E 52 01–35. Les machines affectées à la
Deutsche Bundesbahn furent ensuite immatriculées série 152.
Leur puissance en régime permanent était de1660 kW et leur
vitesse maxima 90 km/h. En 1972, la dernière motrice de ce type
fut rayée des inventaires.
IInformatie van het voorbeeld
Aan het begin van de jaren twintig werden de omvangrijke plan-
nen voor de elektrificatie voor het Zuidduitse net gerealiseerd.
De Deutsche Reichsbahn,administratie Beieren, schafte voor
de dienst op hoofdlijnen een nieuwe, sterke locomotief aan,
die de totale dienst moest overnemen. De locs werden in de
jaren 1924 en 1925 nog onder de Beierse aanduiding EP 5 21
501–535 afgeleverd en kregen later de nummers E 52 01–35. Bij
de Deutsche Bundesbahn droegen de locomotieven op het laatst
het serienummer 152.
Het continue vermogen bedroeg 1660 kW, de maximum snelheid
90 km/h. In 1972 werd de laatste locomotief van dit type buiten
dienst gesteld.
Publicité
