79
NL
5. ONDERHOUD EN OPSLAG
GEVAAR!
– Demonteer het blad van de snoeier van de bos-
maaier
– Gebruik werkhandschoenen voor het hanteren
van het blad en de ketting.
– Houd de bladbeschermingen op hun plaats, ten-
zij aan het blad zelf of aan de ketting gewerkt
moet worden.
– De olie, benzine of andere vervuilende materialen
niet in het milieu gooien.
SMEREN (Afb. 11).
– Smeer om de 20 uren in met de smeerbal.
– Gebruik vet op basis van litium voor hoge temperatu-
ren en extreme druk.
KETTINGWIEL
Controleer, bij uw Verkoper, regelmatig de staat van het
kettingwiel en vervang het versleten is.
Monteer geen nieuwe ketting op een versleten wiel en
omgekeerd.
DE KETTING SLIJPEN (Afb. 12)
GEVAAR!
efficiëntie, is het heel belangrijk dat de snij-inrich-
tingen goed scherp zijn.
Er moet geslepen worden wanneer:
• Het zaagsel te veel op stof gelijkt.
• Er meer kracht nodig is om te zagen..
• De snede niet rechtlijning is.
• Er meer trillingen zijn.
• Er meer brandstof verbruikt wordt.
GEVAAR!
noeg is, neemt het risico op tegenslag (kickback)
toe.
Indien het slijpen toevertrouwd wordt aan een gespecia-
liseerd centrum, kan dit uitgevoerd worden met speciale
apparatuur die zorgt voor een minimale verwijdering van
materiaal en een constante slijping van alle snijdende
elementen.
De ketting wordt "eigenhandig" geslepen met behulp
van daartoe bestemde vijlen met ronde doorsnede en
een diameter die specifiek is voor elk type van ketting
(zie "Tabel Onderhoud Ketting"). Het slijpen vergt een
goede handigheid en ervaring, om de snijdende ele-
menten niet te beschadigen.
Tijdens het onderhoud:
Om redenen van veiligheid en
Als de ketting niet scherp ge-
ONDERHOUD EN OPSLAG
Om de ketting te slijpen
– Demonteer het blad van de snoeier van de trimmer en
blokkeer het blad stevig met de ketting gemonteerd.
Zorg ervoor dat de ketting vrij kan bewegen.
– Span de ketting indien die te los zit.
– MPlaats de vijl in de geleider en breng de vijl in de
uitsparing van de tand, waarbij een constante helling
wordt behouden naargelang het profiel van het snij-
dend element.
– Voer slechts enkele passages met de vijl uit en uitslui-
tend vooruit. Herhaal de handeling op alle snijdende
elementen, met dezelfde richting (naar rechts of naar
links).
– Keer de positie van het blad om in de klem en herhaal
de handeling op de overige elementen.
– Controleer of de begrenzende tand niet voorbij het
controle-instrument steekt en vijl het eventueel over-
tollig materiaal weg met een platte vijl, door het profiel
ronder te maken.
– Na het vijlen worden alle vijlsporen en het vijlstof ver-
wijderd. Smeer de ketting in een oliebad.
De ketting wordt vervangen wanneer:
– De lengte van het snijdend element 5 mm of minder
bedraagt;
– de speling van de schakels op de klinknagels te groot
geworden is.
ONDERHOUD VAN HET BLAD (Afb. 13)
Om een assymetrische slijtage van het blad te voorko-
men, moet deze regelmatig omgedraaid worden.
Om de efficiëntie van het blad in stand te houden, is het
noodzakelijk:
– De lagers van de overbrenging (indien aanwezig) te
smeren met een daartoe bestemde spuit.
– De inkeping van het blad te reinigen met een schraap-
staal (niet meegeleverd).
– De smeeropeningen te reinigen.
– Met een vlatte vijl de braam van de zijkanten te ver-
wijderen en eventuele niveauverschillen tussen de
geleiders te compenseren.
Het blad wordt vervangen wanneer:
– de diepte van de inkeping kleiner blijkt dan de hoogte
van de sleepschakels (die nooit de bodem mogen
raken);
– de binnenwand van de geleider zodanig versleten is
dat de ketting lateraal gaat overhellen.
Gezien de ontwikkeling van het product, kan het snijge-
reedschap in de loop van de tijd vervangen worden door
andere, met soortgelijke eigenschappen voor wat betreft
verwisselbaarheid en functionele veiligheid.