BEDIENING
U kunt de kookduur op elk moment wijzigen. Als de gewenste tijd is
verstreken hoort u een pieptoon en schakelt de desbetreffende zone uit.
U kunt de pieptoon uitschakelen d.m.v. de + en - toetsen van de timer.
Wanneer u dit niet doet, zal de pieptoon na 30 minuten automatisch
stoppen.
Kookduurbegrenzing
ls de tijd verstreken is schakelt de zone automatisch uit.
Kookduurbegrenzing is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze
stopfunctie wordt automatisch ingeschakeld indien u uw kookplaat na
een bereiding vergeet uit te zetten.
Kookstand
1
Uren
9
Kinderslot
Uw kookplaat beschikt over een kinderslot waarmee u de kookplaat kunt
vergrendelen:
– op het moment dat de kookplaat is uitgeschakeld (met het oog op
reiniging van de kookplaat) of om onbedoeld inschakelen (bijv. door
kinderen) te voorkomen;
Gebruik het kinderslot niet tijdens het koken. De kookzone zal dan
uitschakelen.
Inschakelen kinderslot
– Druk de aan/uit toets 3 seconden in.
Het lampje naast de toets gaat branden.
Inschakelen kinderslot
14
– Druk de aan/uit toets 3 seconden in.
Het lampje naast de toets gaat uit.
All manuals and user guides at all-guides.com
instellen
2
3
4
4.
5
5.
6
6.
7
9
5
5
5
4
4
4
3
2
BEDIENING
Veiligheid kookplaat
Veiligheid kookpannen
8
9
1
1
Veiligheid metalen voorwerpen
Oververhittingsbeveiligingen
– Een sensor controleert ononderbroken de temperatuur van de
onderdelen van de kookplaat. Bij een te hoge temperatuur wordt het
vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd.
– Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch
de kookactiviteit. Wen uzelf echter aan altijd de kookplaat of zone na
gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te voorkomen.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die ononderbroken de
temperatuur van de bodem van de kookpan controleert om elk risico op
oververhitting bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan te vermijden.
Een klein voorwerp zoals een te kleine kookpan (kleiner dan 12cm), een
vork of een lepel wordt door de kookplaat niet als een kookpan
gedetecteerd. Het display van de zone knippert en de kookplaat wordt
niet ingeschakeld.
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
– de pan de warmte niet goed geleidt;
– vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
– er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook ventilatiebeveiliging bij het
installatievoorschrift).
extra zekerheid
15