Télécharger Imprimer la page

Interlogix ATS125 Serie Manuel D'installation page 42

Masquer les pouces Voir aussi pour ATS125 Serie:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 21
Aansluiting ATS systeem-databus
Zie Figuur 6.
De systeem-databus wordt gebruikt voor het aansluiten van DI's
(bv. ATS125x) en van GI's (bv. bediendeel) op het ATS-
controlepaneel. Deze externe interfaces kunnen maximaal op
afstand van 1,5 km geplaatst worden van het ATS controlepaneel.
Aan elk externe interface wordt een adres toegewezen. De
interfaces worden in volgorde gepold door het ATS
controlepaneel. Er kunnen maximaal 12 4-deuren / 4-liften DI's
worden aangesloten op de ATS hoofd systeem-databus.
Gebruiker-interfaces en data-interfaces moeten met een
afgeschermde tweevoudige twisted pair datakabel worden
aangesloten op de systeem-databus (WCAT 52 wordt
aanbevolen).
Sluit de afscherming van de datakabel aan op de aarde van
het ATS controlepaneel. Het andere uiteinde van de
afscherming van de kabel moet niet worden aangesloten.
De 4-deuren / 4-liften DI's hebben een eigen ingebouwde
voeding en hebben geen voeding nodig via de databus.
Tussen het ATS-controlepaneel en een 4-deuren / 4-liften DI is
alleen het aansluiten van de D+, D− en 0V aansluitingen
noodzakelijk.
ATS125x/1260 lokale databus en
aardaansluiting
Zie Figuur 10.
De ATS125x/1260 is geschikt voor het aansluiten van
16 gebruikersinterfaces (LCD-GI's, Smart Card lezers etc.) en
15 data-interfaces (alleen 4-liften DI) op de lokale databus
(CON9/CON10 van de ATS125x, of J22 van de
ATS1250/1260).
De ATS125x lokale databus bestaat uit 2 elektrisch
onafhankelijke databussen. Indien er in één databus een fout
is opgetreden, communiceert de andere databus nog normaal
met de aangesloten interfaces. De locatie van de interfaces op
de eerste of op de tweede databus hebben geen invloed op de
werking, aangezien beide databussen zich als één gedragen.
Opmerking:
De ATS1260/1260 heeft slecht één lokale
databus.
Sluit de deurcontacten en de uitgangsverzoek drukknoppen,
overeenkomstig met elke deur, aan op de ATS125x ingangen.
Verbind de ingangen voor etagebewaking en het negeren van
etagegroepen met de ingangen van de 4-liften DI of van de
DI's, die zijn aangesloten op de lokale databus, en dus niet op
de ATS-systeemdatabus. Er zijn reserve-ingangen voor andere
apparaten, zoals bewegingsmelders.
Aan elke externe interface wordt een adres toegewezen. De
interfaces worden in volgorde gepold door de ATS125x. Externe
interfaces kunnen maximaal op afstand van 1,5 km geplaatst
worden van de ATS125x. Elke lokale databus moet een TERM
afsluiting hebben aan beide uiteinde.
Tabel 5: ATS1190
12V
Rood
0V
Zwart
42 / 66
All manuals and user guides at all-guides.com
D+
Wit
D−
Groen
Aansluiting deurcontact en uitgangsverzoek drukker (RTE)
Figuur 7
(1) Deurcontact
(2) Uitgangsverzoek drukker (RTE)
Aansluiting deurslot of grendel
Zie figuur 8.
DIP-switch instellingen
De DIP-switch 1 tot en met 4 (DI-adres) worden gebruikt ter
identificatie van een DI bij het Advisor Master controlepaneel,
m.a.w. het toewijzen van het DI-adres. Een 4-deuren / 4-liften
DI kan uitsluitend worden geadresseerd als data-interface 1 tot
en met 12. Zie figuur 9.
DIP-switch 5 en 6 worden gebruikt voor ingangen uitbreidingen
(alleen ATS125x).
Figuur 5
(1) 8 standaard ingangen (geen uitbreidingen)
(2) 8 standaard ingangen + 1xATS1202
(3) 8 standaard ingangen + 2xATS1202
(4) 8 standaard ingangen + 3xATS1202
DIP-switch 7 en 8 worden niet gebruikt.
Ingangen, GI's en uitgangen
Nummering
Alle DI's, ingangen, GI's en uitgangen zijn genummerd volgens
een bepaalde methodiek. Deze nummers worden bij het
programmeren gebruikt voor het bepalen van de fysieke
nummers/locaties van DI's, uitgangen enz.
Tabel 6: Ingangen, GI's en uitgangen toegewezen aan DI
DI /
Ingangen /
GI's /
controlepaneel
uitgangen
Controlepaneel
1–16
DI 1
17–32
DI 2
33–48
DI 3
49–64
DI 4
65–80
DI 5
81–96
DI 6
97–112
Ingangen
Aan een 4-deuren / 4-liften DI adres zijn standaard 16
ingangen toegewezen (of 32 ingangen, indien 2 DI adressen
worden gebruikt – alleen ATS125x). Voor deze ingangen wordt
de standaardnummering gebruikt.
Bijvoorbeeld: ATS125x 1 is DI 1 en heeft 16 ingangen, die door
het ATS-controlepaneel geïdentificeerd worden als ingangen
17 tot en met 32.
Wanneer alle 32 ingangen worden gebruikt, is het volgende DI
adres niet meer beschikbaar:
Bijvoorbeeld: DI1: ingangen 17–48, DI2 is niet bruikbaar, DI3:
ingangen 49–64.
P/N 1070341 (ML) • REV F • ISS 16APR18
DI /
Ingangen /
GI's /
controlepaneel
uitgangen
DI 7
113–128
DI 8
129–144
DI 9
145–160
DI 10
161–176
DI 11
177–192
DI 12
193–208

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ats1260