NL
• Verwijder zaagsel of vuil dicht bij het boor bit niet met uw handen
• Wanneer u tijdens het gebruik van de boorhamer gestoord wordt, maakt u het werk af en
schakelt u de machine uit voordat u opkijkt
• Maak wanneer mogelijk gebruik van klemmen of bankschroeven voor het klemmen van het
werkstuk
• Ontkoppel de stekker van het stopcontact voordat bits gewisseld worden
• Controleer de span kop regelmatig op tekenen van slijtage en/of schade. Beschadigde
onderdelen horen door een gekwalificeerd persoon vervangen te worden
• Wacht met het neerleggen van de boor totdat deze volledig tot stilstand is gekomen
• Wanneer het werk voltooid is ontkoppelt u de stekker van het stopcontact en verwijdert u de
beitel/ bit uit de span kop
• Controleer bouten, moeren en andere bevestigingsmiddelen regelmatig en draai deze wanneer
nodig aan
Mixer veiligheid
• De machine is ontworpen voor het mixen van bouwmaterialen op waterbasis waaronder
cementlijm, dichtingsmaterialen, cement, bindmiddelen, etc.
• Met het juiste accessoire is de machine te gebruiken voor het mengen van verf, vernis, hars en
andere coatings
• De machine is niet geschikt voor gebruik met stoffige dichtingsmaterialen als grafiet, of
zoutoplossingen, corrosieve middelen of vloeibare mest
• De machine voldoet niet aan voedsel hygiëne richtlijnen en hoort NIET gebruikt te worden voor
voedsel voorbereiding of als keukenapparaat
• Gebruik het juiste accessoire voor het te mixen materiaal. Het gebruik van een onjuist accessoire
leidt mogelijk tot overbelasting van de machine, knoeien, onvoldoende mixen of persoonlijk
letsel
• Controleer het stroomsnoer en de plug voor elk gebruik. Laat het snoer bij enige schade door
een gekwalificeerd elektricien vervangen
• Check voor gebruik of het accessoire juist is bevestigd
• Gebruik de machine NOOIT in vochtige of natte omstandigheden. Wanneer de machine nat
wordt, ontkoppeld u de machine van de stroombron en zorgt u ervoor dat de machine voor
verder gebruik volledig gedroogd wordt
• Houdt een stevige positie aan en bedien de machine met beide handen
• Probeer de machine NIET op een standaard, als een driepoot, te monteren. Laat de machine
NOOIT onbeheerd achter wanneer de motor loopt
• Wanneer het werk voltooid is ontkoppeld u de machine van de stroombron
• Houdt het stroomsnoer achter de gebruiker, weg van de machine en het werkgebied. Zorg ervoor
dat het snoer geen struikelgevaar veroorzaakt voor de gebruiker en anderen
• Een verlengsnoer hoort volledig afgewikkeld te worden
Productbeschrijving
1.
Kraag boorkop
2.
Hulpgreep
3.
D-Handvat
4.
Motorventilatieopeningen
5.
Hoofdhandvat
6.
Schakelaar voorwaarts/achterwaarts
7.
Aan-vergendelknop
8.
Aan/Uit-triggerschakelaar
9.
Knop variabele snelheidscontrole
10. Klauwen boorkop
11. Sleuf Boorkopsleutel
12. Boorhoudersleutel
Accessoires (niet weergegeven):
1 x Koolstofborstels (paar)
Gebruiksdoel
Lagesnelheid mengboormachine voor het mengen van gips, textuurverd, vloerverf, en coating,
alsook voor het licht tot halfzwaar boren in hout en metaal.
38
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel/gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en functies
vertrouwd raakt.
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel/
gereedschap gebruikt.
Voorafgaand aan het gebruik
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het gereedschap is losgekoppeld van de voeding alvorens
accessoires aan te brengen of te vervangen, of alvorens aanpassingen door te voeren.
WAARSCHUWING: Gebruik dit gereedschap steeds met het hulphandvat (2) em met het
D-handvat (3) aangebracht. Zonder dat deze handvaten zijn aangebracht, kan het gebruik van het
gereedschap aanleiding geven tot persoonlijk letsel.
Plaatsen van de hulpgreep
• Schroef het hulphandvat (2) in wijzerzin in de boormachine en span met de hand aan (Fig. I)
Aanbrengen van het D-handvat
Zie Fig. II
• Verwijder de 13 mm zeskantbout uit het einde van de boormachine met behulp van een
geschikte sleutel (niet geleverd)
• SChroef de 13 mm zeskantbout door het gat in het D-handvat.
• Kies de positie waarin het handvat bevestigd moet worden, waarbij het handvat op de 8-kantse
as van de boormachine geplaatst wordt
• Bevestig het handvat op de boormachine door de 13 mm zeskantbout aan te spannen in
wijzerzin.
• Zorg ervoor dat het handvat stevig vastzit
Opmerking: Spam de 13 mm zeskantbout niet overmatig aan omdat dat het gereedschap zou
kunnen beschadigen.
Gebruiken van de sleutelkop
• De klauwen van de kop (10) kunnen geopend en gesloten worden met behulp van de kopsleutel
(12) en van de kopkraag (1).
• Om de klauwen te sluiten, draait u de kopkraag in wijzerzin (Fig. III)
• Om de klauwen te openen, draait u de kopkraag in tegenwijzerzin (Fig. III)
• De kopsleutel moet gebruikt worden om de klauwen te sluiten en te openen door de sleutel
in de kopsleutelopening (11) te plaatsen en door hem in de overeenstemmende richting te
draaien (Fig. IV).
• Open of sluit de kop NIET door gebruik te maken van de boormachine zelf omdat dit het
gereedschap zal beschadigen.
• Zorg er steeds voor dat de sleutel uit de kop is verwijderd alvorens het gereedschap te gebruiken
Aanbrengen van accessoires in de sleutelkop
• Open de kauwen van de kop (10) volledig (zie "Gebruik van de sleutelkop")
• Breng het accessoire volledig centraal in de kop aan.
• Span de kopkraag met de hand aan tot de klauwen tegen het accessoire aandrukken
• Gebruik vervolgens de kopsleutel om de kop verder aan te spannen.
• Verwijder de kopsleutel en schakel het gereedschap in (zie "Werking") om te zien of het
accessoire correct is aangebracht en niet wiebelt.
• Indien het accessoire niet centraal is aangebracht, herhaal dan de installatoeprocedure.
Werking
WAARSCHUWING: Draag bij het werken met deze machine STEEDS oogbescherming,
geschikte ademhalings- en oorbescherming, alsook geschikte handschoenen.
Instellen richting
WAARSCHUWING: Wijzig de rotatierichting NOOIT terwijl het gereedschap is ingeschakeld. Dit
kan permanente schade aan het gereedschap veroorzaken
• De rotatierichting kan ingesteld worden met behulp van de voorwaarts/achterwaarts schakelaar
(6).
• SChuif de schakelaar naar de gewenste positie (Fig. V)
Aanpassen van de gereedschapsnelheid
WAARSCHUWING: Wijzig de snelheid van het gereedschap NOOIT terwijl het gereedschap is
ingeschakeld. Dit kan permanente schade aan het gereedschap veroorzaken
• De snelheid van het gereedschap kan ingesteld worden op een waarde tussen 0-800 min-1
• Om de snelheid van het gereedschap in te stellen, draait u de variabele snelheidscontroleknop
in wijzerzin om de snelheid op te drijven en in tegenwijzerzin om de snelheid te reduceren
(Fig. VI).