3.3.8 Load-sensing-ventiel
Er dient altijd tenminste 1 load-sensing-ventiel gemonteerd
te zijn. Dit kan een '1-step load-sensing'-ventiel of een '2-step
load-sensing'-ventiel zijn.
'1-step load-sensing'-ventiel
Het ventiel (HT5032) en de
fitting zijn reeds gemon-
teerd.
Monteer de slang.
'2-step load-sensing'-ventiel
De wisselklep (HT5038),
het
reduceerventiel
(HT5037) en het 4/3 ven-
tiel (HT5017) zijn reeds
gemonteerd.
De fittingen zijn reeds ge-
monteerd.
Monteer de slang.
Tijdens
inbedrijfstelling
moet de druk van de 1e
trap met het reduceerven-
tiel
(HT5037)
ingesteld
worden.
4
120101.03
HT1011
HT1012
3.4 Aansluitingen naar de pomp
Monteer de zuigaanslui-
ting.
Gebruik
uitsluitend
een
vloeibaar
afdichtmiddel,
absoluut geschikt voor hy-
draulische
verbindingen.
Bijvoorbeeld Loctite® 542
of Permabond® A130.
3.5 Lekolieaansluitingen
Op de hydrauliektank be-
vinden zich 5 lekolieaan-
sluitingen.
De pomp, de boegschroef
en de hekschroef hebben
een lekolieleiding.
Verwijder de blindpluggen
en monteer de fittingen.
Monteer de slangen.
Lekolieaansluitingen
die
niet gebruikt worden:
Draai de blindpluggen de-
finitief vast.
3.6 Hydraulische pomp
Raadpleeg voor installatie van de hydraulische pomp de sepa-
rate handleiding.
'Power Hydraulics', Hydraulische installatie
HTM0080