Overig
Rijd voorzichtig op gladde
•
wegen, als gevolg van regen,
ijsvorming of sneeuw!
Voorkom dat de scooter in
•
contact komt met zeewater:
zeewater is agressief en tast de
scooter aan.
Voorkom dat de scooter in
•
contact komt met zand: zand kan
doordringen tot in de draaiende
delen van de scooter, waardoor
er onnodige snelle slijtage
optreedt.
Als u onder invloed bent van
•
middelen die de rijvaardigheid
kunnen beïnvloeden, mag u niet
met de scooter rijden.
U dient voldoende gezichts-
•
vermogen te hebben om in de
betreffende gebruikssituatie
veilig met de scooter te kunnen
rijden.
U bent verplicht om verlichting
•
te voeren bij beperkt zicht.
Het rijden met hogere snelheid
•
vraagt om extra voorzichtigheid.
Stel op trottoirs en in
voetgangersgebieden een lagere
maximumsnelheid in.
Pas op dat er geen
•
kledingstukken loshangen. Deze
zouden tussen de wielen kunnen
komen.
3.8
Scooter verkleinen
Stoel wegnemen
1. Beweeg de hendel (A) naar voren.
2. Til de stoel uit de kom waarin deze
draait. De stoel is gemakkelijker te
verwijderen door deze draaiend te
tillen.
Stuurkolom neerklappen
Trek hendel (A) omhoog en klap de
stuurkolom (B) naar beneden.
Gebruik
A
B
2
1
A
19