Gebruik; Controle Voor Het Rijden; Instappen En Uitstappen - Handicare Trophy Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

A

3 Gebruik

3.1

Controle voor het rijden

Controleer het volgende voordat u
wegrijdt met de scooter:
Of de stoel vergrendeld is (A).
Of de verlichting en de
richtingaanwijzers werken.
Of de banden voldoende zijn
opgepompt.
Of de accu's voldoende zijn
opgeladen. De groene lichtjes op de
accu-conditiemeter moeten
branden.
In de winter hebben de accu's
een lagere capaciteit. Bij lichte
vorst is de capaciteit ongeveer
75% van de normale capaciteit.
Bij een temperatuur lager dan -5
graden is dit ongeveer 50%. Dit
vermindert de actieradius.
Als u iets vreemds merkt tijdens
het rijden, laat dan de gashendel
los en neem na stilstand de
contactsleutel uit het
contactslot.
D
3.2
1. Zorg dat het contact uit staat.
2. Zet de vrijloophendel in de stand
Rijden.
Hoek stuurkolom verstellen
1. Trek de hendel (B), voor de
hoekverstelling van de stuurkolom
(C), omhoog en klap de stuurkolom
naar voren.
2. Beweeg hendel (A) naar voren.
Draai de stoel een kwartslag naar
links of naar rechts. De stoel
vergrendelt als deze een kwartslag
is gedraaid.
3. Klap de armleuning omhoog.
4. Neem plaats op de stoel.
5. Draai de stoel terug op de
bovenbeschreven wijze. De stoel
klikt vast als deze naar de
oorspronkelijke positie is gedraaid.
Stoelslede verstellen
Trek hendel (D) omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren in
een voor u gemakkelijke stand.
Schakel de scooter uit voordat u
instapt of uitstapt! De scooter
begint namelijk te rijden als u bij het
instappen of uitstappen het stuur
vasthoudt en per ongeluk een
gashendel indrukt.
B

Instappen en uitstappen

Gebruik
C
1
2
15

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières