Waarschuwing! Het huis van het apparaat zal warm worden door de rem en kan HEET genoeg zijn om de lijn te beschadigen als
het niet correct wordt gehanteerd. Gebruik altijd beschermende handschoenen bij het hanteren van het apparaat en de lijn.
2.
Zodra de eerste persoon(en) de grond hebben bereikt en losgekoppeld zijn van de apparatuur, kan de volgende persoon
vasthaken aan de sleeplijn (die dan de reddingslijn wordt) met behulp van de karabijnen aan het einde (of met een achtknoop
of Vlaamse steek als de lengte van de uitrusting niet locatie specifiek is, afhankelijk van lijnlengte en afdalingshoogte).
Waarschuwing! Als een achtknoop of Vlaamse steek wordt gebruikt in plaats van de eindkarabijn, zorg er dan voor dat deze op
het juiste uiteinde wordt geplaatst. Als deze verkeerd wordt geplaatst, kan de afdaling door de knoop worden geblokkeerd. Trek
altijd een meter of twee extra aan de voormalige reddingslijn zodat er ruimte is voor de knoop om ervoor te zorgen dat de volgende
evacué de grond bereikt. Het afdaalproces waarbij ononderbroken verschillende evacués naar beneden komen wordt "pendelen"
genoemd. Indien meerdere personen worden geëvacueerd moet u ervoor zorgen dat dit voldoet aan de maximale afdaling en
belasting volgens de specificatie in de technische gegevens.
6 . 4
B A S I S E V A C U A T I E - B E V E S T I G I N G A A N H E T L I C H A A M
1.
Bevestig de karabijn van de reddingslijn aan het ankerpunt. Bevestig de karabijn van het apparaat aan het bevestigingspunt
van het harnas (gemarkeerd met A) of een ander goedgekeurd hefhulpmiddel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing daarvan.
Verwijder elke speling tussen u en het apparaat door de sleeplijn naar boven te trekken. Houd de sleeplijn vast terwijl u de last
overbrengt op het apparaat. Zwaai voorzichtig van het platform af en verlicht de grip rond de sleeplijn om te gaan afdalen.
Opmerking! Probeer indien mogelijk het apparaat zo te positioneren dat het handwiel van de gebruiker afgekeerd is om het risico
op letsel te minimaliseren.
2.
Als u de daalsnelheid wilt verlagen of handmatig wilt regelen, bijvoorbeeld in smalle ruimtes, kunt u extra wrijving toevoegen
door de lijn door de wrijvingslus en de lijngroef van het apparaat te laten lopen.
6 . 5
B A S I S H I J S E N - B E V E S T I G I N G A A N D E VA S T E W E R E L D
1.
Bevestig de apparatuur direct met de apparaatkarabijn of met een ankerstrop ten minste 1 meter boven het slachtoffer.
2.
Trek de reddingslijn eruit zodat je het aan het harnas van het slachtoffer kun vastmaken (bovenste bevestigingspunt).
3.
Verwijder alle speling tussen u en het apparaat door de sleeplijn naar beneden te trekken.
4.
Trek de sleeplijn door de wrijvingslus en steek de lijn in de lijnklem en maak vast.
5.
Begin met tillen door het handwiel met twee handen rechtsom te draaien. Haal frequent de speling tussen de wrijvingslus en
de lijnklem weg. Ongeveer na elke 10 slagen van het handwiel.
Opmerking! Zet indien nodig het sleeptouw rond het apparaat vast om het risico op een onbedoelde afdaling te elimineren.
6.
Maak het slachtoffer los van de valbeveiliging
7.
Start het gecontroleerde afdalen door de sleeplijn los te maken van de lijnklem door deze naar buiten te trekken.
Waarschuwing! Laat de sleeplijn nooit los omdat het moeilijk kan zijn om de controle terug te krijgen.
6.4.1
(RPX200)
RESQ RPX200 & EPX200 | v-2 | Master EN |
6.4.2
7