Toerentalregelaar „Guec Ge-610 - GAUI X5 3D Flybarless Notice D'emploi

13. Toerentalregelaar „GUEC GE-610"
Voor u de toerentalregelaar in gebruikt neemt, dient u de voorschriften inzake de bediening en programmering
zorgvuldig door te lezen.
Kenmerken
• Krachtige microprocessor voor max. motorcompatibiliteit en hoogst mogelijke efficiëntie
• Max. toerental 210 000 tpm (bij 2-polige motoren), 70 000 tpm (6-polig), 35 000 tpm (12-polig)
• 3 startmodi: normaal, zacht, zeer zacht voor directe of transmissieaandrijvingen
• Configureerbaar gasbereik voor alle zenders op de markt
• Rechtlijnige en snelle gasaanname
• Microprocessor met afzonderlijke spanningsregelaar voor de beste stooronderdrukking
• Veiligheidsschakelaar bij onderspanning, oververhitting en RC-signaalverlies
• Omschakelbare BEC-spanning van 5,25 en 6 V
• Actieve toerentalregelaarmodus voor modelhelikopters (Governor-modus)
Programmeerbare instellingen
Opgelet! Belangrijk!
Voor u de toerentalregelaar in gebruik neemt is het in elk geval wenselijk, de regelaar individueel op de door u
gebruikte helikopter- of het door u gebruikte modelvliegtuig te programmeren.
1. Remfunctie: uit / zacht / hard / zeer hard (standaardinstelling: uit)
2. Accutype: Lithiuum (LiIo- of LiPo-accu's) / NiMH-accu's (standaardinstelling: Lithium)
3. Cutoff-modus: zacht = stapsgewijze vermindering van het uitgangsvermogen / hard = onmiddellijk uitschakelen van
het uitgangsvermogen (standaardinstelling: zacht)
4. Cutoff-schakeldrempel: laag / medium / hoog (standaardinstelling: medium)
Bij lithium-accu's komen de waarden 2,85 V / 3,15 V / 3,30 V per cel overeen.
Bij NiMH-accu's komen de waarden 50% / 62.5% / 75% van de startspanning overeen.
5. Start-modus: normaal / zacht / zeer zacht (standaardinstelling: zeer zacht)
De instelling „Normaal" is aanbevolen voor vliegtuigmodellen met directe aandrijving.
De instellingen „zacht" met 3 s hooglooptijd en „zeer zacht" met ca. 8 s hooglooptijd zijn in de eerste plaats geschikt
voor vliegtuigmodellen met transmissiemotoren en helikoptermodellen.
Wanneer na het starten de motor wordt uitgeschakeld en binnen de 3 seconden opnieuw volgas wordt gegeven,
schakelt de regelaar kortstondig van „zacht" of „zeer zacht" naar „Normaal" opdat er geen gevaar bestaat dat het
model wegens de vertraagde gasaanname schade oploopt.
6. Timing: 0° / 3,75° / 7,5 / 11,25° / 15° / 18,75° / 22,5° / 26,25° (standaardinstelling: 15°)
Doorgaans zijn geringe timing-waarden voor de meeste motoren voldoende. Aangezien er echter heel veel verschillende
motoren op de markt zijn, moet u de voor uw motor beste timingwaarde bepalen. In regel leveren iets hogere
timingwaarden ook iets meer vermogen op, tegelijk echter stijgt het stroomverbruik en de thermische belasting van de
motor, regelaar en accu.
7. Governor modus: uit / laag / hoog (standaardinstelling: uit)
Bij een actieve Governor modus probeert de regelaar het toerental van de motor ondanks verschillende belastingen
steeds constant te houden.
In de instelling „laag" bedraagt het toerentalbereik van een 2-polige motor 10 000 tot 45 000 tpm. In de instelling
„hoog" bedraagt het toerentalbereik van een 2-polige motor 46 000 tot 200 000 tpm.
Om de maximale bladtipsnelheid niet te overschrijden, moet u in elk geval een meting van het rotorkoptoerental
uitvoeren. De Governor-modus wordt pas geactiveerd wanneer de stand van de gasknuppel boven de 60% ligt.
105