Verbinden met netwerken en apparaten
Wi-Fi
Via Wi-Fi kunt u een snelle internetverbinding
gebruiken binnen het dekkingsgebied van
het draadloze toegangspunt (AP). Met WiFi
kunt u gebruikmaken van draadloos internet
zonder extra kosten.
Verbinding maken met Wi-Fi-
netwerken
Als u Wi-Fi op uw telefoon wilt gebruiken,
hebt u toegang nodig tot een draadloos
toegangspunt of een "hotspot". Sommige
toegangspunten zijn openbaar toegankelijk.
U kunt hiermee gewoon verbinding maken.
Andere toegangspunten zijn verborgen
of worden beveiligd. U moet uw telefoon
configureren om verbinding te kunnen
maken met dergelijke toegangspunten.
Schakel Wi-Fi uit wanneer u dat niet
gebruikt, zodat u langer gebruik kunt maken
van de batterij.
OPMERKING: als u zich buiten de Wi-Fi-
zone bevindt of Wi-Fi op Uit zet, worden
er mogelijk extra kosten in rekening
gebracht door uw mobiele provider voor
het gebruik van mobiele data.
Wi-Fi inschakelen en verbinding maken
met een Wi-Fi-netwerk
1
> tabblad Applicaties >
Tik op
Opties > Wi-Fi in DRAADLOOS ENN
NETWEKREN
30
2
Stel Wi-Fi in op AAN om Wi-Fi in
te schakelen en het scannen naar
beschikbare Wi-Fi-netwerken te starten.
3
Tik nogmaals op het menu Wi-Fi om een
lijst met en bereikbare Wi-Fi-netwerken
te bekijken.
Beveiligde netwerken
•
worden aangegeven met een
vergrendelingspictogram.
4
Tik op een netwerk om er verbinding mee
te maken.
Als het een onbeveiligd netwerk betreft,
•
wordt u gevraagd te bevestigen dat u
verbinding wilt maken met dit netwerk
door op Verbinden te tikken.
Als het netwerk is beveiligd, wordt u
•
gevraagd een wachtwoord of andere
aanmeldingsgegevens in te voeren.
(Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor
meer informatie.)
5
De statusbalk geeft een pictogram weer
dat de Wi-Fi-status aangeven.
Bluetooth
U kunt data zenden met Bluetooth door
een applicatie voor het zenden van data
te starten, en niet vanuit het Bluetooth-
menu, zoals bij de meeste andere mobiele
telefoons.