BEDIENING
Gebruik midden positie (3) voor:
•
aanbraden van vlees;
•
bereiden van vis;
•
bakken van omeletten;
•
bakken van gekookte aardappelen;
•
frituren van voedsel.
Gebruik de hoogste positie (4)
•
snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
•
slinken van groene groenten;
•
verhitten van olie en vet;
•
wokken.
NL 8
voor: