Nederlands
Alleen voor dragers van een pacemaker: het ont‐
stekingsmechanisme van dit apparaat genereert
een zeer gering elektromagnetisch veld. Beïn‐
vloeding van enkele typen pacemakers kan niet
geheel worden uitgesloten. Ter voorkoming van
gezondheidsrisico's adviseert STIHL de behan‐
delend arts en de fabrikant van de pacemaker te
raadplegen.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die het reac‐
tievermogen beïnvloeden of drugs mag niet met
het motorapparaat worden gewerkt.
Het motorapparaat – afhankelijk van het gemon‐
teerde snijgarnituur – alleen gebruiken voor het
maaien van gras of het knippen van wildgroei,
struiken, struikgewas, bosschages, kleine bomen
of dergelijke.
Voor andere doeleinden mag het motorapparaat
niet worden gebruikt – kans op ongelukken!
Alleen die snijgarnituren of toebehoren monteren
die door STIHL voor dit motorapparaat zijn vrij‐
gegeven of technisch gelijkwaardige onderdelen.
Bij vragen hierover contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. Alleen hoogwaardig
gereedschap of toebehoren monteren. Als dit
wordt nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het motorapparaat.
STIHL adviseert origineel STIHL gereedschap en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua eigen‐
schappen optimaal op het product en de eisen
van de gebruiker afgestemd.
De beschermkap van het motorapparaat kan de
gebruiker niet tegen alle voorwerpen (stenen,
glas, draad enz.) beschermen die door het snij‐
garnituur worden weggeslingerd. Deze voorwer‐
pen kunnen ergens afketsen en vervolgens de
gebruiker treffen.
Geen wijzigingen aan het apparaat aanbrengen
– uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden
gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade
die door het gebruik van niet-vrijgegeven aan‐
bouwapparaten wordt veroorzaakt, is STIHL niet
aansprakelijk.
Voor het reinigen van het apparaat geen hoge‐
drukreiniger gebruiken. Door de harde waters‐
traal kunnen onderdelen van het apparaat wor‐
den beschadigd.
2.1
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen.
80
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
De kleding moet doelmatig zijn en
mag tijdens het werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding – combipak,
geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan takken,
struiken of de bewegende delen van het appa‐
raat kan blijven haken. Ook geen sjaal, das en
sieraden dragen. Lang haar in een paardenstaart
binden en dusdanig vastmaken, dat het zich
boven de schouders bevindt.
Veiligheidslaarzen met een stroeve,
slipvrije zool en stalen neus dragen.
Alleen bij gebruik van maaikoppen zijn als alter‐
natief stevige schoenen met stroeve, slipvrije
zool toegestaan.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduce‐
ren een nauw aansluitende veilig‐
heidsbril volgens de norm EN 166
dragen. Erop letten dat de veilig‐
heidsbril goed zit.
Een gelaatsbeschermer dragen en erop letten
dat deze goed zit. Een gelaatsbeschermer alleen
biedt onvoldoende bescherming voor de ogen.
Veiligheidshelm dragen bij het opschonen, in
hoog struikgewas en bij gevaar door vallende
takken.
"Persoonlijke" gehoorbescherming dragen –
zoals bijv. oorkappen.
Robuuste werkhandschoenen van
slijtvast materiaal dragen (bijv. leer).
STIHL biedt een omvangrijk programma aan per‐
soonlijke beschermuitrusting.
2.2
Motorapparaat vervoeren
Bij vervoer over een langere afstand (meer dan
ca. 50 m) bovendien de motor afzetten.
0458-434-9421-B