23. Denk aan het brandgevaar bij vonkvorming en hitteontwikkeling. Indien er geen lokale brandweerbepalingen bestaan voor
boor-, zaag- of slijpmachines, moet u de bepalingen voor booglassen toepassen.
24. Hou de werkplek goed verlicht.
25. Voorkom alle lichaamscontact met geaarde oppervlakken.
26. Sta tijdens het boren stevig en goed in balans.
27. Zet de machine altijd uit voor u hem verplaatst.
28. Hou de werkplek schoon en netjes.
29. Controleer of de apparatuur goed is verankerd voor u begint met boren.
30. Onderhoud de apparatuur altijd goed. Hou de apparatuur en de machine schoon en goed ingevet voor een veilige en
goede prestatie van de machine.
31. Opgelet! Tijdens het monteren/installeren en demonteren van de apparatuur moet u ervoor zorgen dat de boormachine en
de boor gedemonteerd zijn.
32. Gebruik altijd een wateropvangelement.
WAArSchUWInG!
De originele uitvoering van deze uitrusting mag onder geen enkele voorwaarde worden gewijzigd
zonder toestemming van de fabrikant. Niet goedgekeurde wijzigingen kunnen leiden tot ernstig
persoonlijk letsel of zelfs overlijden.
WAArSchUWInG!
Deze apparatuur kan gevaarlijk zijn wanneer ze onachtzaam of verkeerd wordt gebruikt en dat kan
leiden tot ernstige ongelukken, in het ernstigste geval overlijden. Het is zeer belangrijk dat u deze
gebruiksaanwijzing doorleest en de inhoud begrijpt voor u de apparatuur gebruikt.
WAArSchUWInG!
Gebruik altijd goedgekeurde beschermingskleding en goedgekeurde beschermingsuitrusting.
Beschermingskleding en beschermingsuitrusting kunnen het risico van ongelukken niet geheel
uitsluiten, maar door het dragen van de juiste kleding en de juiste uitrusting kunt u wellicht de ernst
van eventuele verwondingen reduceren, mocht een ongeluk plaatsvinden. Vraag uw dealer welke
goedgekeurde beschermingskleding en welke goedgekeurde beschermingsuitrusting hij aanraadt.
BElAnGrIjk!
DMS 160A, DMS 160AT en DMS 160 Gyro zijn bedoeld voor 1-fase elektrische boormachines (zie
DMS 160 Boormotor). De maximaal toegestane boordiameter is 120 mm, L=600.
Zorg ervoor dat de bout aan de bovenkant van de kolom, indien aanwezig, goed is vastgezet.
Wanneer u een vacuümplaat gebruikt, mag de muur niet poreus zijn en moet u een geschikte
vacuümpomp gebruiken. Om de boorkolom extra te zekeren wanneer u in wanden of plafonds boort
met DMS 160 Gyro, kan de steun (n), (extra accessoire) worden gebruikt. Zie blz. 20 Fig. 9 en blz. 23
Fig. 15.
13