nl
|
Elektrische installatie
Voorwaarden:
–
Geschikte installatielocatie is gekozen (zie "Veiligheidsrelevante informatie",
paragraaf "Mechanische installatie", pagina 158).
VOORZICHTIG
Explosiegevaar!
Het gasmeetinstrument is niet in omgevingen met verhoogd zuurstofgehalte
getest (> 21 % O
).
2
► Gasmeetinstrument niet in omgevingen met verhoogd zuurstofgehalte
gebruiken.
Gasmeetinstrument installeren:
● Gasmeetinstrument met behulp van boorsjabloon (zie bijlage "Drilling
template") en zeskant-cilinderkopschroeven M 6 (1/4") installeren.
5.2
Antenne installeren
1. Afdekkap op de aansluiting voor de antenne (afb. A 4) verwijderen.
2. Antenne op de aansluiting inschroeven en handvast aanhalen.
5.3
Afstandsantenne installeren
1. Afdekkap op de aansluiting voor de antenne (afb. A 4) verwijderen.
2. Antennekabel op de aansluiting inschroeven en handvast aanhalen.
3. Installatielocatie kiezen waar een probleemloze signaaloverdracht is
gewaarborgd. De antenne moet loodrecht omhoog wijzen.
4. Montagehoek op de installatielocatie van de afstandsantenne aanbrengen.
5. Antennekabel installeren.
6. Afstandsantenne aan het eind van de antennekabel inschroeven en
handvast aanhalen.
5.4
EC-sensor installeren
Voorwaarden:
–
Gasmeetinstrument is geïnstalleerd.
Indien het gasmeetinstrument reeds is ingeschakeld en een aanwezige
sensor wordt gewisseld, zie "Sensor verwisselen", pagina 176.
164
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
EC-sensor installeren:
1. Vastzetschroef (afb. B 2) losdraaien.
2. Bajonetring (afb. B 3) afschroeven.
3. Blindschijf verwijderen.
4. Sensor (afb. B 4) in de opening plaatsen, zodat het Dräger-logo op de
markering op de behuizing (afb. B 5) is uitgelijnd.
5. Sensor met de bajonetring borgen.
6. Vastzetschroef aanhalen. Voor installaties in zone 22 voorgeschreven.
7. Indien noodzakelijk, het tot de leveringsomvang van de sensor behorende
etiket op het gasmeetinstrument aanbrengen.
Voor specifieke informatie, zie datasheet van de sensor.
6
Elektrische installatie
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
De gelijktijdige aansluiting van een kabelgebonden spanningsvoorziening en
een batterij brengt de intrinsieke veiligheid in gevaar en leidt tot het vervallen
van de goedkeuring inzake explosieveiligheid.
► Kabelgebonden spanningsvoorziening en batterij niet tegelijkertijd
aansluiten.
6.1
Kabelgebonden spanningsvoorziening
aansluiten
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
Indien het gasmeetinstrument in een stofexplosiegevaarlijke omgeving wordt
geopend, kan dit tot explosies leiden.
► Gasmeetinstrument niet in een stofexplosiegevaarlijke omgeving openen.
Als alternatief de stofexplosiegevaarlijke omgeving declassificeren.
Het gasmeetinstrument niet met een gelijkstroomnet, maar met een voeding
van beschermingsklasse II of NEC klasse II gebruiken.
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
®
Repeater ISA100