Opmerking: Motorblokkering (remhendel):
Gebruik deze hendel om de motor te stoppen. Wanneer u
de hendel loslaat, komen de motor en het maaiblad
automatisch tot stilstand. Voor het maaien houdt u de
hendel in de werkstand. Voordat u gaat maaien
controleert u enkele malen zorgvuldig de start/stophendel
om te zien of die naar behoren werkt. Zorgt u dat de
spanningskabel soepel bediend kan worden (dus niet
ergens geknikt is of vastloopt op enige manier).
8-4 DE MOTOR STOPPEN
LET OP: Het maaimes draait na het uitschakelen
van de motor nog enkele seconden door.
1. Als u de stophandgreep loslaat, slaat de motor af en
stopt het maaimes vanzelf.
2. Maak de bougiekabel los en aard deze zoals
aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de
motor om per ongeluk starten te voorkomen als de
grasmaaier onbeheerd achtergelaten wordt.
8-5 ZELFAANDRIJVING
Voor model PM-4601 SC
Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep, de
grasmaaier begint automatisch naar voren te rijden met
ongeveer 1 m/s. Laat de aandrijfhendel los en de
grasmaaier stopt met rijden.
Voor model PM-4601 S3C
De grasmaaier is uitgerust met een snelheidsregeling die
drie snelheden kan instellen van 3,0 km/u tot en met
4,5 km/u.
Volg onderstaande stappen:
1. Laat de aandrijfhendel los en wacht tot de grasmaaier
niet meer naar voren rijdt.
2. Stel de gewenste snelheid in.
3. Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep
en de grasmaaier begint automatisch naar voren te
rijden. (zie afb. 21)
LET OP: Uw grasmaaier is bedoeld om normaal
tuingras te maaien met een maximale lengte van 250 mm.
Probeer niet in ongebruikelijk hoog, droog of nat gras
(bijvoorbeeld een weiland) of een berg droge bladeren te
maaien. Afval kan zich ophopen op het maaidek of in
aanraking komen met de motoruitlaat waardoor mogelijk
brandgevaar ontstaat.
8-6 HET BESTE RESULTAAT BIJ
MULCHEN
Verwijder afval van het gazon. Zorg dat het gazon vrij is
van stenen, stokken, draadstukken of andere vreemde
voorwerpen die per ongeluk door de grasmaaier in alle
richtingen weggeslingerd kunnen worden en niet alleen
ernstig persoonlijk letsel voor de gebruiker of anderen,
maar ook schade aan eigendommen en voorwerpen in de
buurt tot gevolg kunnen hebben. Maai geen nat gras.
Mulchmaaien gaat het best als het gras niet nat is omdat
het anders aan de onderkant van het maaidek gaat
52
plakken en daardoor het mulchen van het maaisel wordt
gehinderd. Maai niet meer dan 1/3 van de graslengte.
Voor mulchen wordt aangeraden het gras 1/3 van de
lengte korter te maaien. De voorwaartse snelheid moet
zodanig aangepast worden dat het versnipperde gras
gelijkmatige over het gazon wordt verdeeld. Speciaal
tijdens het zwaar maaien van dik gras kan het nodig zijn
om de laagste snelheid te gebruiken om de grassprieten
schoon en goed te versnipperen. Als het gras langer is
kunt u het gazon in twee fasen mulchmaaien door de
maaihoogte nog een keer met 1/3 van de graslengte te
verlagen en misschien in een andere richting te maaien
dan de eerste keer.
Door toepassing van een kleine overlapping op elk
maaipad kunt u de eventueel op het gazon
achtergebleven grassprieten opruimen. De motor moet
altijd op het hoogste toerental draaien voor het beste
maairesultaat en waardoor het beste mulchresultaat wordt
bereikt. Maak de onderkant van het maaidek schoon.
Zorg dat de onderkant van het maaidek na elk gebruik
wordt schoongemaakt om ophoping van grasresten te
voorkomen waardoor een goed mulchresultaat wordt
gehinderd. Bladeren mulchen. Het mulchen van bladeren
kan uw gazon ten goede komen. Als u bladeren gaat
mulchen moet u zorgen dat ze droog zijn en niet in een
dikke laag op het gazon liggen. Wacht niet tot alle
bladeren van de bomen zijn gevallen voordat u gaat
mulchen.
WAARSCHUWING: Schakel de motor uit na het
raken van een vreemd voorwerp. Maak de bougiekabel
los, controleer de grasmaaier grondig op beschadigingen
en herstel de beschadiging voordat u de grasmaaier
opnieuw gaat starten en gebruiken. Buitensporige
trillingen in de grasmaaier kunnen op een beschadiging
duiden. De grasmaaier moet onmiddellijk worden
nagekeken en gerepareerd.
8-7 GRASOPVANGZAK
Maak de grasopvangzak leeg en schoon en zorg dat door
het gaaswerk lucht kan passeren. (zie afb. 22)
8-8 MAAIDEK
De onderkant van het maaidek moet na elk gebruik
worden schoongemaakt om ophoping van grasresten,
bladeren, vuil of anders te voorkomen. Als dit vuil kan
ophopen, krijgen roest en corrosie vrij baan en zal goed
mulchen niet mogelijk zijn. Het maaidek kan
schoongemaakt worden door de grasmaaier te kantelen
en schoon te schrapen met een toepasselijk gereedschap
(zorg dat de bougiekabel is losgemaakt).
8-9 MAAIHOOGTEREGELING
LET OP: Verander in geen geval een instelling
aan de grasmaaier zonder eerst de motor uit te schakelen
en de bougiekabel los te maken.