10.4 PaRaM
Het submenu PARAM is toegankelijk op 2 verschillende niveaus: een niveau GEBRuIKER en een niveau
INsTaLLaTEuR. Deze twee niveaus bieden toegang tot verschillende parameters en wijziging ervan. Anders gezegd,
met het niveau INsTaLLaTEuR zijn alle parameters toegankelijk die zichtbaar zijn met het niveau GEBRuIKER,
plus nog een serie verdere parameters.
Standaard vindt toegang tot het submenu PaRaM plaats op het niveau GEBRuIKER.
Om toegang te krijgen tot het niveau INsTaLLaTEuR drukt u vanuit het menu PROG tegelijkertijd op de toetsen
en
.
De activering van het niveau wordt gesignaleerd door de tekst INsT op de bovenste tekens.
De lijst van parameters die weergegeven en/of gewijzigd kunnen worden op de twee niveaus is als volgt:
Weergegeven code Beschrijving
cOMFR
Setpoint Comfort-niveau
EcONM
Setpoint Economy-niveau
NOFRX
Activeringsdrempel antivriesfunctie
ch sL
Setpoint aanvoer ketel met klimaat uitgeschakeld
chMaX
Maximaal setpoint aanvoer
chMIN
Minimaal setpoint aanvoer
Activering geïntegreerde omgevingsvoeler op de Comando Remoto:
0 = voeler niet actief - 1 = voeler actief.
aMBON
(4)
Als de voeler niet actief is, beheert de Comando Remoto het setpoint
van de ketelaanvoer rechtstreeks.
cod. 3542A990 - Rev 01 - 03/2022
druk
Max
ECONM + 0.5 °C 30°C
NOFRX + 0.5 °C COMFR – 0,5°C
0°C
ECONM – 0,5°C
CHMIN
CHMAX
CHMIN
(2)
(3)
CHMAX
0
1
NL
139