38 | Nederlands
Voor het plaatsen van de geladen accu (17) schuift u deze in
de schacht (28) tot deze voelbaar vastklikt en vlak afsluit
met de handgreep van de inspectiecamera.
Voor het verwijderen van de accu (17) drukt u op de
ontgrendelingstoetsen (18) en trekt u de accu uit de
schacht (28). Gebruik daarbij geen geweld.
Laadtoestand accu/batterijen
Bij een lage laadtoestand van de accu/batterijen verschijnt
eerst het symbool
op het display. Wanneer het symbool
leeg is, moet u de accu/batterijen vervangen of de accu opla-
den, inspecties zijn niet meer mogelijk.
Camerakabel monteren (zie afbeelding C)
Voor het gebruik van de inspectiecamera moet de
camerakabel (13) aan het handtoestel (1) worden gemon-
teerd.
Steek de stekker van de camerakabel (13) in de juiste posi-
tie op de camera-aansluiting (21) tot deze vastklikt.
Camerakabel demonteren (zie afbeelding D)
Voor het wegnemen van de camerakabel (13) drukt u de
vergrendeling (22) bij elkaar en trekt u de stekker uit het
handtoestel (1).
Spiegel, magneet of haak monteren
(zie afbeelding E)
De spiegel (25), de magneet (23) en de haak (24) kunnen
als hulpmiddel op de camerakop (14) worden gemonteerd.
Schuif een van de 3 hulpmiddelen zoals in de afbeelding te
zien tot aan de aanslag op de uitsparing op de
camerakop (14).
Aanwijzing: De magneet (23) en de haak (24) zijn uitslui-
tend beschikt voor het bewegen en verwijderen van loszit-
tende, kleine en lichte voorwerpen. Bij te sterk trekken kan
de inspectiecamera of het hulpmiddel worden beschadigd.
Gebruik
Bescherm het handtoestel (1) en de accu (17) tegen
u
natheid en directe bestraling door de zon. Cameraka-
bel en camerakop zijn bij een correcte montage water-
dicht. Het handtoestel en de accu zijn echter niet tegen
water beschermd, bij contact met water bestaat het risico
van een elektrische schok of beschadiging.
Gebruik de inspectiecamera niet, wanneer de lens op
u
de camerakop (14) beslagen is. Schakel de inspectie-
camera pas in, wanneer het vocht verdampt is. De in-
spectiecamera kan anders worden beschadigd.
De ingeschakelde lamp (15) kan tijdens gebruik heet
u
worden. Raak de lamp niet aan om verbrandingen te ver-
mijden.
Stel de inspectiecamera niet bloot aan extreme tem-
u
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat deze
bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat de
inspectiecamera bij grotere temperatuurschommelingen
1 609 92A 63E | (10.11.2020)
eerst op de juiste temperatuur komen, voordat u hem in
gebruik neemt.
Ingebruikname
Micro-SD-kaart plaatsen
Open de bovenste afdekking (10) en schuif de Micro-SD-
kaart (20) tot de aanslag in de sleuf (11). Sluit de bovenste
afdekking weer.
In-/uitschakelen
Om de inspectiecamera in te schakelen drukt u op de aan/
uit-toets (3). Op het display (9) verschijnt gedurende korte
tijd het startscherm.
Aanwijzing: Wanneer bij het inschakelen de camerakabel
niet gemonteerd is, verschijnt op het display een foutmel-
ding.
Om de inspectiecamera uit te schakelen drukt u opnieuw
op de aan/uit-toets (3).
Als op geen enkele toets op de inspectiecamera wordt ge-
drukt, schakelt deze na afloop van de ingestelde tijdsduur
(k) automatisch uit.
Lamp in camerakop regelen
Om het camerabeeld te verlichten, kunt u de lamp (15) in de
camerakop inschakelen en de helderheid regelen.
De helderheid kan in 4 standen worden ingesteld (0 %,
25 %, 50 %, 100 %).
Druk voor het inschakelen van de cameralamp (15) en het
versterken van de helderheid zo vaak op de toets verlichting/
helderheid (7) tot de gewenste helderheid is bereikt.
Kijk niet direct in de lamp (15) en richt de lamp niet op
u
andere personen. Het licht van de lamp kan de ogen ver-
blinden.
Druk voor het verlagen van de helderheid en voor het uit-
schakelen van de cameralamp (15) zo vaak op de toets ver-
lichting/helderheid (7) tot de gewenste helderheid is bereikt
of de lamp is uitgeschakeld.
Beeld op het display vergroten (zoom)
Door kort op de toets vergroting (2) te drukken kunt u het
beeld op het display met het 1,5-voudige of 2-voudige ver-
groten.
Beeld op display draaien (Up is Up™) (zie afbeelding F)
Met de toets Up is Up™ (5) draait u het beeld zodanig dat
"boven" ook op het display boven verschijnt.
Aanwijzing: Beperkte functie bij gemonteerde spiegel (25)
en/of bij verticale oriëntatie van de camerakabel (13)
Foto's/video's maken
Met de toets om tussen foto- of videomodus om te
schakelen (8) schakelt u tussen foto- of videomodus om. De
momenteel ingestelde opnamemodus (a) verschijnt in de
statusbalk (b).
Met de toets ontspanner voor foto- of video-opname (6)
maakt u in de betreffende modus een foto of start en beëin-
digt u een video-opname.
Bosch Power Tools